Overige bedieningsfuncties
Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/ geluidsbronnenU kunt de vastgelegde voorkeurzenders en andere beeld/geluidsbronnen van zelfgekozen namen van elk 8 letters (en cijfers) voorzien. Deze “index” namen (zoals bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in het uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op weergave van de betreffende beeld/geluidsbron. Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar houden van soortgelijke apparatuur. Bovendien kunt u hiermee componenten benoemen die zijn aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor andere apparatuur, zoals een tweede
Opmerkingen
•U kunt voor elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron slechts één naam tegelijk kiezen.
•U kunt geen “index” namen invoeren voor de FM RDS informatiezenders of de beeld/geluidsbron aangesloten op de 5.1 CH/DVD stekkerbussen.
1Voor naamgeving van een voorkeurzender: Stem af op de zender die u van een naam wilt voorzien.
Voor naamgeving van een beeld/geluidsbron: Stel in op de beeld/geluidsbron (component) die u een naam wilt geven en ga dan door met stap 2.
2Druk op de NAME toets.
De cursor knippert in het uitleesvenster.
3Gebruik de + of – toets om de gewenste letter of het cijfer in te voeren.
4Druk op de MENU < of > toets om de cursor een positie naar rechts op te schuiven voor de volgende letter.
5Herhaal de stappen 3 en 4 tot maximaal 8 letters/ cijfers zijn ingevoerd.
6Druk op ENTER om de namen te slaan.
Indien u een vergissing maakt
Druk enkele malen op de MENU < of > toets tot de letter of het cijfer dat u wilt veranderen in het uitleesvenster begint te knipperen. Voer dan het juiste letterteken in met de + of – toets.
Invoeren van “index” namen voor nog andere voorkeurzenders
Herhaal de stappen 2 t/m 4.
Om de naam van een programmabron te wissen
Drukt u op NAME en vervolgens opdezelfde programmabrontoets. Druk op ENTER om de naam te wissen (behalve TUNER).
Deze tuner/versterker maakt opnemen naar en van apparatuur die hierop is aangesloten bijzonder eenvoudig. U hoeft de
Funktiekeuzetoetsen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
| Apparaat voor |
| ||||||||||
| weergave |
| ||||||||||
| (weergavebron) |
| cassettedeck, | |||||||||
|
|
|
|
|
|
| videorecorder) | |||||
•: | ||||||||||||
|
|
|
|
| ||||||||
|
|
|
|
| ||||||||
c: |
|
|
|
|
|
Opnemen op een minidisc of audiocassette
Via deze tuner/versterker kunt u muziek op een minidisc of geluidscassette opnemen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
1Druk op een van de funktiekeuzetoetsen om de gewenste weergavebron te kiezen.
2Maak het gekozen apparaat gereed voor weergave.
Voor de
3Steek een onbespeelde minidisc of cassette in het cassettedeck voor opname en stel zonodig het opnamenivo in.
4Start het opnemen op het opnamedeck en start het afspelen van de weergavebron.
(wordt vervolgd)