Voor de beste weergave van Dolby Pro Logic Surround akoestiek

Volg de aanwijzingen onder “Kiezen van de middenkanaal-aanpassing” en “Afregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers” op blz. 10 alvorens u een klankbeeld gaat bijregelen.

Aanpassen van de nagalmtijd (DELAY) (alleen voor het PRO LOGIC klankbeeld)

U kunt de Dolby Pro Logic Surround akoestiek een nog ruimere klank geven door te zorgen dat het geluid via de achterluidsprekers wat later wordt weergegeven (langere nagalmtijd). De nagalmtijd is instelbaar op 15, 20 of 30 ms (milliseconden). Kies echter een korte nagalmtijd als de achterluidsprekers nogal veraf staan of als uw luisterkamer zelf nogal ruim is.

1Start de weergave van een geluidsbron die is opgenomen met Dolby Surround geluid.

2Druk op de SUR toets.

3Druk op MENU </> om “DELAY xxms” te selecteren.

De oorspronkelijke of laatst gekozen nagalmtijd wordt aangegeven.

4Druk op +/– om de vertragingstijd te veranderen.

Aanpassen van het effectniveau (EFFECT) (alle klankbeelden behalve het PRO LOGIC klankbeeld)

U kunt de sterkte van het akoestiekeffect (m.a.w. de specifieke nadruk van het klankbeeld) aanpassen op zes verschillende niveaus.

1Druk op de SUR toets.

2Druk op MENU </> om “EFFECT xx” te selecteren.

Het oorspronkelijke of laatst gekozen effectniveau wordt aangegeven.

3Druk op +/– om het effectniveau te veranderen.

Aanpassen van de geluidssterkte van de midden- en/of achterluidsprekers (REAR/

CENTER)

Als u vindt dat de geluidssterkte van de midden- en/ of achterluidsprekers bij de klankbeelden niet geheel juist is (ook na evenwichtig afstellen van de diverse luidsprekers voor de Dolby Pro Logic Surround akoestiek), kunt u op de onderstaande wijze de geluidssterkte aanpassen.

Overigens zal deze volume-aanpassing gelden voor alle klankbeelden.

Genieten van de akoestiekfunkties

1Druk op de SUR toets.

2Druk op MENU </> om “REAR xxdB” of “CENTER xxdB” te kiezen.

3Druk op +/– om het luidsprekervolume te regelen. De geluidssterkte is instelbaar van –15 dB tot +10 dB in stapjes van 1 dB tegelijk.

Aanpassen van de klankkleur (BASS/

TREBLE)

U kunt de weergave van de lage en hoge tonen via de voorluidsprekers naar wens bijregelen. Deze klankkleur-instelling kunt u voor elk van de klankbeelden afzonderlijk verrichten.

1Druk op de BASS BOOST toets.

2Druk op MENU </> om “BASS xxdB” of “TREBLE xxdB” te kiezen.

3Druk op +/– om het klankniveau te regelen.

De toonregeling is instelbaar van –10 dB tot +10 dB in stapjes van 2 dB tegelijk.

4Druk op de TONE toets zodat het TONE indicatorlampje oplicht.

U kunt de klankkleur-aanpassing uitschakelen zonder de gemaakte instellingen te wissen

De klankkleur-aanpassingen worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. Druk op de TONE toets zodat het TONE indicatorlampje oplicht als u de toonregeling wilt uitschakelen.

Terugstellen van de bijgeregelde klankbeelden op de oorspronkelijke fabrieksinstelling

1Als de tuner/versterker aan staat, drukt u op de I/u (aan/uit) toets om het apparaat uit te schakelen.

2Houd de SOUND FIELD ON/OFF toets ingedrukt en schakel het apparaat weer in met de I/u (aan/uit) toets.

De aanduiding “SUR CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster en dan zijn alle klankbeelden tegelijk teruggesteld op de fabrieksinstellingen.

23NL