1 Sluit de meegeleverde batterijhouder aan.
2 Plaats twee droge LR6 (AA) batterijen (niet meegeleverd).
Levensduur batterijen1)
Batterijen | Op- | Weergave |
name2) | ||
Ong. 4 | Ong. 7 uur | |
lithium ion- | uur |
|
batterij |
|
|
|
|
|
Twee LR6 (AA) | Ong. 12 | |
droge Sony |
| uur |
alkalinebatterijen |
|
|
|
|
|
Ong. 22 | ||
(AA) |
| uur |
|
|
|
1)De levensduur van een batterij kan negatief worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden en de omgevingstemperatuur.
2)Gebruik voor het opnemen een volledig opgeladen batterij.
3)De opnametijd kan verschillen volgens de alkalinebatterijen.
Wanneer batterijen vervangen
Wanneer de droge batterijen of de oplaadbare batterij verzwakt zijn, knippert bof “LOW BATT” in het uitleesvenster. Vervang de droge batterijen of laad de oplaadbare batterij op.