Problemen (1)
Wanneer u problemen heeft met het apparaat, lees dan deze pagina aandachtig door en probeer het probleem zelf op te lossen voordat u zich wendt tot een technische dienst of uw leverancier.
Ook kan het zijn dat het probleem door iets anders dan dit apparaat wordt veroorzaakt. Controleer vooral ook de verbindingen tussen de apparaten.
Algemeen
Geen spanning
FControleer de verbinding met het lichtnet. Kijk of er spanning op staat en of een eventuele schakelaar is ingeschakeld. Probeer of bijvoorbeeld een lamp wel brand op dat stopcontact.
Afstandsbediening werkt niet
FDruk op POWER op het hoofdapparaat om het in te schakelen. FVervang de batterijen wanneer deze uitgeput zijn.
FGebruik de afstandsbediening binnen het bereik van 5 meter en richt deze op de sensor op het frontpaneel.
FControleer of er zich geen obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en het apparaat.
FSchakel
Andere afstandsbedieningen werken niet
FAndere apparaten met afstandsbediening kunnen onjuist werken door teveel infrarood licht bij gebruik van deze afstandsbediening.
Toetsen werken niet goed
FWanneer een andere functie nog wordt uitgevoerd, even wachten en nogmaals proberen.
Geen geluid of heel zacht
FControleer de verbindingen met de versterker.
FControleer of de luidsprekers en andere
FControleer de bediening van de aangesloten component.
FMogelijk is er een /@ kortsluiting in een luidsprekerkabel. Controleer de luidsprekerkabels.
FKies de juiste ingang met SOURCE.
Brom en/of ruis
FPlaats het apparaat zover mogelijk van de TV.
CD-Speler
Speelt niet
FLaad een disc met het etiket naar boven.
FWanneer de disc vuil is, maak deze dan schoon. Wanneer de disc bekrast of vingerafdrukken op de oppervlakte heeft, deze niet afspelen zolang deze condities zijn verbeterd. Gebruik nooit stickers of andere “disc verbeteraars” op de disc die op of om de disc worden gedaan.
FMogelijk is een lege disc geladen; laad een bespeelde disc.
FAfhankelijk van de disc en andere factoren kan het afspelen van sommige
FU kunt geen ongefinaliseerde
FWanneer vocht of condens in het apparaat optreedt, laat u het apparaat één of twee uur ingeschakeld staan.
Geluid slaat over
FPlaats het apparaat op een stabiele ondergrond om trillen en schokken te vermijden.
FMaak zonodig de disc schoon.
FGebruik geen misvormde, beschadigde of bekraste discs.
Cassette recorder
Cassettevak sluit niet
FCassette is niet goed geladen. Probeer het opnieuw. |
|
Geluidskwaliteit is slecht |
|
FMaak de koppen schoon (zie pagina 78). |
|
FWanneer de kop magnetisch is geworden, dient de kop met een |
|
demagnetiseur te worden gedemagnetiseerd. |
|
FControleer of Dolby NR in dezelfde positie staat als bij de |
|
opname. |
|
Weergave is te snel of te langzaam |
|
FControleer de Pitch instelling (pagina 98). |
|
Auto reverse does not occur |
|
FZet REV MODE op Kof Q. |
|
FWanneer REV MODE op Kstaat, start de weergave van de | NEDERLANDS |
FWanneer de wisbeveiliging bovenop de cassette is uitgebroken, | |
zijde die naar u toe is gekeerd (“zijde A”). |
|
Kan niet opnemen |
|
dek deze dan af met een stukje plakband. |
|
FHet opnameniveau controleren (zie pagina 105). |
|
USB
Geen geluid, ook niet wanneer op USB Play (U) wordt gedrukt FControleer of er wel MP3 ebstanden op het
aanwezig zijn.
FBestanden anders dan MP3 (b.v. MPEG 1 LAYER 2) kunnen niet worden afgespeeld.
Kan niet opnemen
FControleer of er voldoende vrije ruimte is op het
geblokkeerd.
FBij opname van een analoge bron het opnameniveau controleren (zie pagina 101).
109