35
NL
HANDLEIDING C65

OpMERKINGEN EN ADVIEZEN

Deze gids is een essentieel onderdeel van uw
crosstrainer. Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat
u begint met monteren, gebruiken of onderhouden
van uw crosstrainer. Bewaar de gids op een handige
plaats. U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige
informatie uithalen die u nodig heeft voor het
gebruik en het onderhoud van de apparatuur. Volg
de instructies altijd met zorg op.
GEZONDHEID
Laat uw conditie door uw huisarts controleren
voordat u begint met trainen.
Bij misselijkheid, duizeligheid of andere abnormale
symptomen moet u direct stoppen met de training
en een arts raadplegen.
Om spierpijn te voorkomen, begint u de training
met een warming up en sluit u die af met cooling-
down langzaam peddelen met geringe weerstand).
U sluit de training af met stretch oefeningen.
DE TRAININGSRUIMTE
Plaats de trainer op een vlakke en stevige
ondergrond. Bescherm de vloer onder de trainer
tegen beschadiging.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de training,
maar zorg dat u niet op de tocht zit.
Tijdens de training is de toegestane
gebruikstemperatuur tussen +10º en +35°C; voor
opslag gelden de temperaturen tussen -15° en
+40°C. De luchtvochtigheid in de trainings- of
opslagruimte mag nooit hoger dan 90 % zijn.
HET GEBRUIK VAN DE TRAINER
Ouders en verzorgers van kinderen moeten er
rekening mee houden dat kinderen speels zijn en
graag alles uitproberen. Dit kan ertoe leiden dat
de trainer wordt gebruikt op een manier waarvoor
deze niet bedoeld is. Als kinderen de trainer mogen
gebruiken moet u als ouder of verantwoordelijke
rekening houden met de lichamelijke en psychische
ontwikkeling en vooral de aard van het kind. Vertel
kinderen duidelijk hoe de trainer moet worden
gebruikt en houd toezicht. De trainer is geen geval
bedoeld als speelgoed.
Controleer voor de training of het apparaat goed
functioneert. Train nooit op een defect apparaat.
De trainer mag uitsluitend door één persoon
tegelijk gebruikt worden.
Pak bij het op- en afstappen de vaste handsteun
vast.
Draag tijdens de training de juiste kleding en
geschikte schoenen.
Gebruik de trainer alleen als alle afschermingen en
omkastingen geplaatst zijn.
Voer alleen die onderhoudsverrichtingen en
afstellingen uit die in deze handleiding beschreven
zijn. Volg de onderhoudsinstructies van de
handleiding nauwkeurig op.
Gebruik de trainer uitsluitend voor het doel
waarvoor deze is gemaakt en zoals hierna
beschreven wordt.
Zorg ervoor dat de monitor niet met water in
aanraking komt. Veeg de monitor altijd af met een
zachte en absorberende doek als er zweetdruppels
op gevallen zijn. Reinig de monitor niet met
oplosmiddelen.
Druk op de toetsen met uw vingertoppen; nagels
kunnen de toetsmembranen beschadigen.
Houd de monitor uit de zon; door zonlicht kunnen
kleuren van de monitor verbleken.
De trainer is geschikt voor personen met een
lichaamsgewicht tot maximaal 150 kg.
Nadere informatie over de garantie op uw
trainingstoestel vindt u in het bijgesloten
garantieboekje. De garantie vervalt bij schade
ontstaan tijdens de verzending of door het niet
volgen van de in deze handleiding gegeven
instructies betreffende het monteren, afstellen en
onderhoud van het apparaat.
OpMERKING OVER VEILIGHEID BIJ UNITS MET
ELEKTRISCHE STROOMTOEVOER
Voordat het apparaat wordt aangesloten op het
elektriciteitsnetwerk moet u ervoor zorgen dat
het plaatselijke voltage past bij het voltage dat
staat aangegeven op de typeplaat: het apparaat
werkt op 230 V of 115 V (Noord-Amerikaanse
versie). BELANGRIJK! Het apparaat moet worden
aangesloten op een geaarde wandcontactdoos.
Gebruik geen verlengsnoeren bij het aansluiten van
de apparatuur op het elektriciteitsnetwerk. Schakel
altijd de stroom uit en verwijder de stekker van het
apparaat altijd onmiddellijk na het trainen uit het
stopcontact!
Om het risico op brandwonden, brand, elektrische
schok of verwondingen bij mensen te beperken:
1. De apparatuur mag nooit onbemand
worden achtergelaten als deze is aangesloten op
het elektriciteitsnetwerk. Verwijder de stekker van
het apparaat altijd uit het stopcontact wanneer het
apparaat niet wordt gebruikt, vóór het uitvoeren
van onderhoudswerkzaamheden of reparaties en
wanneer het apparaat wordt verplaatst.
2. Gebruik het apparaat niet als dit is afgedekt
INHOUD
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN ..............................35
HET MONTEREN .....................................................86
CONDITIETRAINEN .................................................36
MONITOR .................................................................37
ONDERHOUD ..........................................................44
VERPLAATSEN ........................................................44
TECHNISCHE GEGEVENS .....................................44