REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Voorpaneel
1POWER
Druk om dit toestel in te schakelen.
y
Het
Geeft informatie weer over het huidige afgestemde FM- of
Brandt als er een programma met verkeersinformatie (Traffic Program - verkeersprogramma) wordt ontvangen (zie bladzijde 7).
4DIMMER
Wijzigt de helderheid van het de voorpaneeldisplay. Kies de helderheid uit 4 niveaus door herhaaldelijk op deze toets te drukken.
y
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt.
5INFO/TEXT
Zet de weergavemodus van het Radio Data Systeem aan of wijzigt die (zie bladzijde 6).
6TP
Zoekt automatisch naar een station dat verkeersinformatie uitzendt (Traffic Program - verkeersprogramma) (zie bladzijde 7).
7MEMORY
Stelt dit toestel in op de voorkeuzegeheugenmodus wanneer het toestel in
8CLEAR
Wist de voorkeuzestations (zie bladzijde 5).
9FM MODE
Schakelt de
0FM/AM
Selecteert de ontvangstband (FM of AM).
ATUNING MODE
Selecteert de afstemmodus (automatisch, handmatig of voorkeuze) wanneer dit toestel in
BPRESET/TUNING
•Selecteert de FM- of
•Selecteert FM- of
Dit apparaat met een afstandsbediening bedienen
Dit apparaat heeft een afstandsbedieningssensor. Het ontvangt signalen van een afstandsbediening die is meegeleverd met een
Sensor voor de afstandsbediening
Ongeveer 6 m
30º 30º
•Plaats geen grote obstakels tussen de afstandsbediening en het apparaat.
•Als de afstandsbedieningssensor rechtstreeks wordt belicht door een sterke lichtbron (bijv. een