GEBRUIK VAN DE GEAVANCEERDE WEB-GEBRUIKERSINTERFACE
Port-forwarding instellingen configureren
Van applicatiegateways kunt u bepaalde poorten open stellen voor bepaalde applicaties. Daardoor kunnen deze probleemloos samenwerken met de Network Address Translation (NAT) functie van de router. U kunt hierbij kiezen uit een reeks populaire applicaties. U kunt bijvoorbeeld een applicatie selecteren in de vervolgkeuzelijst waarna de correcte instellingen in de router worden geprogrammeerd. Als de applicatie die u wilt gebruiken hierin niet voorkomt, kijk dan op het tabblad ‘Virtual Servers’ (Virtuele servers) door links in het scherm op ‘Virtual Servers’ te klikken. Als u de gezochte applicatie niet in de schermen ‘Application Gateways’ of ‘Virtual Servers’ kunt vinden, neem dan contact op met de verkoper van de applicatie om vast te stellen welke poorten geconfigureerd moeten worden. U kunt deze poortinformatie handmatig in de router vastleggen.
GEBRUIK VAN DE GEAVANCEERDE WEB-GEBRUIKERSINTERFACE
Applicaties kiezen
Selecteer de gezochte applicatie in de vervolgkeuzelijst. Klik op ‘Add’ (Toevoegen). De instellingen worden overgestuurd naar de volgende beschikbare ruimte in het scherm. Klik op ‘Apply Changes’ (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op ‘Clear’ (Leegmaken).
52 | 53 |