8. Flight principles | Principes de vol | Flugvorbereitung | Vliegprincipes |
|
|
|
|
Function of the rudder: Check the direc- tion of the servos before the first flight.
Elevator: When the elevatorstick is being pulled, the elevator should go upwards. The model will raise it’s nose and ascend. When the elevator is being pressed forward, the nose of the model wil go down and the airplane will descend.
Rudder: Put the tail of the model towards you. When pushing the rudderstick towards the left, the rudder should move towards the left and vice versa.
Ailerons: Put the tail of the model towards you. When moving the aileronstick towards the left, the left aileron should move upwards and the right aileron should move downwards. When moving the aileronstick towards the right, the opposite action will happen.
Throttle: When the throttle is in neutral po- sition, the motor won’t run. At full throttle, the engine should reach maximum rpm.
Taking off: • Taking off should always occur against the wind. • Check the func- tions of all rudders before each start • Give maximum throttle and if necessary, correct the model with relative small steeringinputs.
• Take off in a straight angle.
Flying: Make the model fly straight ahead and use half throttle. Release the aileronstick and verify if the model still flies straight. If the model drifts in one direction, correct it by trimming either to the left or right.
When you are preparing to take a corner, follow the next steps:
-Use the ailerons to put the model in an angle of about 30°
-Slightly pull the elevator
-To exit the corner, release the elevator and put the model again in an horizontal position by using the aileron stick.
Landing: Lower the motorspeed while flying parallel to the runway at a distance of about 30m with the nose in the wind. Take a 90° corner in the direction of the runway and drop your heigth. Made another corner of 90° till you are flying directly at the run- way. Lower the altitude till the model is at about 1m heigth. Pull the elevatorstick and keep it in position. The more the model is nearing the track, the more you need to give input with the elevator stick. Because the model flies very slowly, it will land almost by itself. Make sure to put the elevator in neutral position when you are landing the model. If you notice your landing won’t be succesfull, immediately give full throttle and repeat the procedure. It is better to fail a landing then to crash the model.
Direction: L’avion est dirigé par la gouverne arrière. Lorsque le stick de direction est tourné vers la gauche, la dérive doit tourner vers la gauche et inversement.
Moteur: Lorsque le stick de gaz moteur est abaissé, le moteur ne peut tourner et lorsque le stick est relevé, le moteur doit tourner à plein régime.
Fonction des gouverne: Avant tout vol il est impératif de vérifier la bonne direction des dé- rives. Profondeur : En tirant le stick de profon- deur vers le bas, la dérive de profondeur doit se soulever permettant à l’avion de s’élever. Lorsque le stick de profondeur est poussé vers le haut, la dérive de profondeur doit s’abaisser permettant à l’avion de descendre. Direction
:L’avion est dirigé par la gouverne arrière. Lorsque le stick de direction est tourné vers la gauche, la dérive doit tourner vers la gauche et inversement. Moteur : Lorsque le stick de gaz moteur est abaissé, le moteur ne peut tourner et lorsque le stick est relevé, le moteur doit tourner à plein régime.
Décollage: • Décollez toujours face au vent • Avant chaque envol, vérifiez toujours les fonctions des dérives • Décollez avec le maximum de gaz et faites les corrections de vols au moyen de légères corrections des sticks
• Décollez toujours dans un angle faible.
Vol: Une fois votre avion en altitude, diminuez les gaz de moitié et essayer de voler en ligne droite par ajustement des trims respectifs de l’émetteur. Faites un léger virage au moyen de votre stick de direction et positionner votre avion dans un angle de 30°. Il sera nécessaire de d’augmenter légèrement l’altitude par le volet de profondeur. Lorsque votre virage
est terminé, lâcher le stick de profondeur et corriger l’avion si nécessaire (gouvernail) afin qu’il reprenne sa ligne droite.
Atterrissage: •
•Dirigez votre avion face au vent tout en diminuant le régime moteur et en vous plaçant dans l’axe de la piste d’atterrissage • Diminuez le régime moteur jusqu’à ce que l’avion soit
à 1 mètre du sol et glisse doucement vers la piste d’atterrissage • Au plus près que le modèle s’approchera du sol, au plus qu’il faudra corriger et donner un peu de hauteur. Laissez l’avion atterrir doucement de
•Si vous ne réussissez pas à atterrir lors de
la première approche, refaites une seconde approche de la même façon.
Funktion der Ruder: Vor dem Erstflug des Modells muβ unbedingt die Laufrichtung aller Ruder überprüft werden.
Höhenruder: Wird der Höhenruderknüppel am Sender nach hinten gezogen, muß das Höhenruder nach oben ausschlagen. Das Modell nimmt die Nase hoch und steigt. Wird der Höhenruderknüppel nach vorn gedrückt, muß das Höhenruder nach unten ausschla- gen. Das Modell senkt die Nase nach unten und sinkt.
Seitenruder: Das Modell wird von hinten betrachtet. Wird der Seitenruderknüppel am Sender nach links bewegt, muß das Seiten- ruder nach links ausschlagen. Entsprechend umgekehrt erfolgt der Ausschlag für die an- dere Richtung.
Querruder: Das Modell wird von hinten betrachtet. Wird der Querruderknüppel am Sender nach links bewegt, muß die linke Querruderklappe nach oben und die rechte Querruderklappe nach unten ausschlagen. Entsprechend umgekehrt erfolgen die Aus- schläge für die andere Richtung.
Motorregelung: Wird der Gasknüppel in die Leerlauf Position gebracht, muß der Motor stillstehen. Bei Vollgas muß der Motor seine maximale Drehzahl erreichen.
Starten: • Starten Sie prinzipiell immer ge- gen den Wind • Überprüfen Sie die Funkti- on aller Ruder vor jedem Start • Geben Sie Vollgas und korrigieren Sie in Bodennähe nur mit kleinen Steuerausschlägen • Steigen Sie in einem flachen Winkel.
Fliegen: Bringen Sie das Modell mit Halbgas in den Geradeausflug und lassen Sie die Sen- derknüppel los. Weicht das Modell von der geraden Flugbahn ab, trimmen Sie es mit den Trimmschiebern am Sender. Um eine Kurve zu fliegen, geben Sie leichten Seitenruder- ausschlag, bis das Modell ca. 30 ° Schräglage hat. Ziehen Sie nun leicht das Höhenruder. Zum Beenden der Kurve lassen Sie das Hö- henruder los und legen das Modell durch einen erneuten Seitenruderausschlag in die entgegengesetzte Richtung wieder gerade.
Landen: • Drosseln Sie den Motor und flie- gen Sie in 30 m Entfernung mit Rückenwind parallel zur Landebahn • Fliegen Sie eine 90° Kurve in Richtung Landebahn und bauen Sie Höhe ab • Fliegen Sie erneut eine 90° Kurve, Sie fliegen nun direkt auf die Landebahn zu
•Lassen Sie das Modell weiter sinken bis das Modell 1 m über der Landebahn schwebt • Ziehen Sie den Höhenruderknüppel etwas stärker und halten Sie ihn gezogen • Je mehr sich das Modell dem Boden nähert, desto mehr muß der Höhenruderknüppel gezogen werden. Da das Modell ständig langsamer wird, setzt es sich praktisch von allein auf die Landebahn. • Drücken Sie das Modell niemals mit dem Höhenruder auf die Lan- debahn. Wenn der erste Landeanflug nicht gepaßt hat, geben Sie Vollgas und starten Sie durch. Dies ist in jedem Fall besser als eine erzwungene Landung!
Functie van de roeren: Voor de eerste vlucht van het model de looprichting van alle servos controleren.
Hoogteroer: Wanneer de stick van het hoogteroer naar achter getrokken wordt moet het hoogteroer naar boven uitslaan. Het model zal op dat moment de neus ophef- fen en stijgen. Wanneer de knuppel van het hoogteroer naar voor gedrukt wordt zal ook het hoogteroer naar beneden uitslaan. De neus van het model zal naar beneden geduwt worden en zal dalen.
Richtingsroer: Het model wordt van achter bekeken. Indien de richtingsroerstick naar links geduwd wordt dient het richtingsroer naar links uit te slaan. Omgekeerd zal de uitslag natuurlijk in de andere richting ge- beuren.
Rolroer: Bekijk het model opnieuw langs achter. Wanneer de rolroerstick naar links be- wogen wordt dient de linker rolroerklep naar boven te gaan en de rechter rolroerklep naar onder te gaan. Omgekeerd zal de uitslag in de tegenovergestelde richting gebeuren
Motorregeling: Wanneer de gasstick in de andere positie geplaatst wordt zal de motor niet draaien. Bij volgas dient de motor zijn maximale toerental te bereiken.
Starten: • Starts dienen in principe altijd te- gen de wind in te gebeuren. • Controleer de functie van alle rolroeren voor iedere start • Geef nu volgas en corrigeer indien nodig met kleine inputs van de sticks. • Stijg op in een vlakke hoek.
Vliegen: Breng het model met halfgas in rechtuitvlucht en laat de zenderknuppel los. Indien het model afwijkt van de rechte vliegbaan kan u het met de trims bijtrimmen. Indien u een bocht wenst te nemen, geeft u lichte rolroeruitslag tot het model in een hoek van ongeveer 30° hangt. Trek nu lichtjes aan het hoogteroer. Om de bocht te beëndigen laat u het hoogteroer los en legt u het model door een nieuwe rolroerinput in de tegeno- vergestelde richting opnieuw horizontaal.
Landen: De motorsnelheid verminderen en op een afstand van ongeveer 30m parallel met de landingsbaan aanvliegen in tegenwind. Vlieg in een bocht van 90° in de richting van de landingsbaan en verminder hoogte. Opnieuw een bocht van 90° maken, en nu vliegt u direct op de landingsbaan af. Laat het model verder dalen tot het op een hoogte van ongeveer 1m boven de landingsbaan hangt. Trek nu iets meer aan de hoogteroerknuppel en houdt deze in positie. Hoe meer het model de bodem nadert, hoe meer u de hoogteroerknuppel dient te bewegen. Omdat het model steeds langzamer wordt zal het bijna automatisch landen. Land het model nooit met geactiveerd hoogteroer. Indien de eerste landing niet gelukt is, geeft u volgas en maak dan een doorstart. Dit is in ieder geval beter dan een noodlanding!
10 copyright © 2008 BMI | 12641 & 12642 Sports 206 |