Aansluiten
Duw de stekker
Steek de stekker aan het andere uiteinde van de kabel in het stopcontact.
Standby-modus
De stroomtoevoer van de versterker blijft ingeschakeld terwijl de eenheid op het lichtnet aangesloten is, zodat de
Dit betekent dat zelfs als de stroomschakelaar uitstaat, u wellicht een zachte restbrom van de stroomtransformator in de versterker kunt horen. Dit is heel normaal. Als de eenheid langere tijd niet gebruikt wordt, is het raadzaam de stroomtoevoer uit te schakelen door de stekker uit het stopcontact te halen.
Aansluiting op andere apparatuur
Het is raadzaam hoogwaardige verbindingskabels van en naar uw versterker te gebruiken om optimale geluidskwaliteit te verzekeren. Verbind de aansluitpunten L (en R) op uw versterker alleen met aansluitpunten op andere apparatuur die ook met L (en R) gemarkeerd zijn. Alle lijningangen hebben dezelfde gevoeligheid en kunnen desgewenst met andere apparatuur gebruikt worden dan vermeld.
LINE OUT 6 – verbind deze uitgang met de
TAPE/RECORD OUT 7 – Sluit deze uitgangen aan op de ingangen van uw tapedeck (meestal aangeduid met RECORD).
TAPE/PLAY IN 8 – Sluit deze ingangen aan op de uitgangen van uw tapedeck (meestal aangeduid met PLAY). Als u geen tapedeck heeft, kunt u deze ingang voor andere
DVD 9 – Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van een
AV bk – Sluit deze ingang aan op audiovisuele apparatuur, zoals een videorecorder,
TUNER bl – Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van uw radiotuner.
CD bm – Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van uw
AUX bn – Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van een willekeurige eenheid met een
PHONO bo – verbind deze ingang met de uitgang van uw platenspeler. Deze ingang biedt RIAA- gelijkschakeling en is compatibel met de meeste Moving Magnet
Phono earth terminal –
TRIG OUT EN REMOTE IN 3 (12V in en uit) – deze aansluitingen zijn bedoeld voor gebruik in installaties die zijn verspreid over meerdere kamers.
TRIG OUT – deze uitgang levert een
A70 aan zet. Deze mogelijkheid komt van pas wanneer de eindversterker een eind van de A70 vandaan is opgesteld of om een andere reden niet makkelijk toegankelijk is.
REMOTE IN – deze aansluiting maakt het mogelijk dat de A70 op afstand signalen ontvangt als de sensor van de afstandsbediening is afgedekt (of om een andere reden niet ‘zichtbaar’ is voor de afstandsbediening). Er wordt een externe sensor gebruikt om de signalen van de afstandsbediening op te vangen. Deze worden via een voor dat doeleinde geschikte kabel doorgestuurd naar de A70 (naar deze ingang).
Bij normaal gebruik hoeft u geen wijzigingen aan te brengen wat betreft deze aansluitingen. Neem contact op met uw dealer voor meer advies over het tot stand brengen van deze aansluitingen en over het type kabel dat u het beste kunt gebruiken wanneer u gebruik wilt maken van deze functies.
Voorversterker-/eindversterkeraansluitingen
Raadpleeg uw
PRE OUT 5 – Wilt u een geïntegreerde versterker als voorversterker gebruiken, dan verbindt u de PRE
De verschillende uitgang types:
Het verschil tussen PRE OUT, LINE OUT en RECORD OUT is subtiel maar belangrijk.
PRE OUT: Deze uitgang dient te worden verbonden met de eindversterker. Het weergave niveau is afhankelijk van de volume controle.
LINE OUT: De weergave staat onder geen invloed van de volume controle, d.w.z. de geselecteerde bron is direct verbonden met deze uitgang. Indien u dat wenst, kan deze uitgang verbonden worden met een opname toestel, zoals een tapedeck.
RECORD OUT: De weergave van de RECORD OUT verbindingen is afhankelijk van de versterker- configuratie. Volledige instructies voor deze uitgang vindt u op pagina 7. In het kort: als de versterker is geconfigureerd naar ‘REC SOURCE’, dan zal deze uitgang hetzelfde signaal overdragen als de LINE OUT verbinding. Als de versterker zo is geconfigureerd, dat de
Nederlands
�������
�����
3,5mm mono jack
A70