Toepassing: 2-kanaals audio

Bij 2-kanaals gebruik is het beter luidsprekerniveau aansluitingen te gebruiken en niet de lijningangen. De subwoofer vormt een belasting met hoge impedantie voor de stereoversterker en vraagt zeer weinig stroom en kan daardoor zonder bijverschijnselen parallel met hoofd luidsprekers worden aangesloten.

Gebruik van één subwoofer (afbeelding 5)

Het linker en rechter kanaal worden beide aangesloten en opgeteld in de subwoofer versterker.

Gebruik van twee subwoofers (afbeelding 6)

Wanneer de ene subwoofer dichtbij de linker luidspreker en de andere dichtbij de rechter luidspreker staan opgesteld blijft de kanaalscheiding optimaal wanneer elke subwoofer op een afzonderlijk kanaal van de versterker wordt aangesloten.

Wanneer de subwoofers niet dichtbij de hoofd luidsprekers geplaatst kunnen worden, is het beter de linker en rechter kanalen gecombineerd aan beide subwoofers toe te voeren en beide subwoofers aan te sluiten zoals in afbeelding 5 en als beschreven onder “Gebruik van één subwoofer”.

Meer dan één subwoofer gebruiken

Meer dan een sub in een systeem kan de weergave op de volgende manieren verbeteren:

De stereoscheiding blijft optimaal tot de laagste frequenties.

Geschikt voor grotere luisterruimten.

Hogere geluidsniveaus zijn mogelijk – vaak zinvol om op de juiste wijze de speciale Home Cinema effecten weer te geven.

Resonanties op lage frequenties worden minder hoorbaar.

Controleer alle aansluitingen nogmaals

CONTROLEER EERST OF DE NETSPANNING DIE STAAT AANGEGEVEN OP HET VERSTERKERPANEEL OVEREENKOMT MET DIE TER PLAATSE.

Voordat het systeem wordt ingeschakeld en afgeregeld, eerst alle aansluitingen nogmaals controleren. Het gebeurt namelijk maar al te vaak dat geen behoorlijke weergave wordt verkregen ongeacht de gemaakte instelling, waarna wordt ontdekt dat er iets verkeerd was aangesloten. Controleer daarom of:

De signaalpolariteit klopt: voor de luidsprekeraansluitingen van de satellieten geldt dat de “+” met de “+” wordt verbonden en de “–” met de “–”. Verwisseling geeft een ‘vage’ weergave met een onduidelijk stereobeeld, weinig laag of zelfs beide.

De linker en rechter kanalen in het gehele systeem op dezelfde manier zijn aangesloten. Let op het juiste klankbeeld van een orkest en of bij Home Cinema het geluidsbeeld in dezelfde richting beweegt als het beeld.

In- en uitschakelen

We adviseren om eerst de subwoofer in te schakelen en daarna pas de andere versterkers die signalen van de subwoofer krijgen. Het omgekeerde geldt bij uitschakelen: schakel dan de subwoofer als eerste uit.

De functieschakelaar (MODE) aan/auto/ standby (7) scheidt de versterker niet volledig van het lichtnet. Een laagspanningsverbinding met een speciale sensorschakeling blijft actief.

De schakelaar (7) werkt als volgt:

OAan:

In deze stand is de versterker altijd actief en is de indicatie groen.

AAutomatisch:

Nadat u de subwoofer voor het eerst in de stand “Auto” heeft gezet, schakelt de versterker op standby en de indicatie licht rood op. Zodra een ingangssignaal wordt gesignaleerd, schakelt de versterker in en wordt de indicatie groen. Na een periode van ca. 5 minuten zonder ingangssignaal, schakelt de versterker automatisch terug naar standby en licht de LED rood op.

sStandby:

In deze stand staat de versterker permanent in “standby” en zal de indicatie rood blijven. Wanneer in de positie AUTO, de subwoofer herhaaldelijk in standby gaat bij het afspelen van muziek via de LINE IN ingang, reduceert u het VOLUME van de subwoofer en u herstelt de balans door het signaal van de processor hoger in te stellen.

Bent u van plan de subwoofer voor langere tijd niet te gebruiken, dan raden we u aan de netspanning te verbreken door de stekker uit het stopcontact te nemen.

Bedieningsorganen

De subwoofer beschikt over 4 knoppen:

Volumeregelaar (VOL) (11)

Frequentie-instelling voor laagdoorlaatfilter (Hz) (10)

Faseschakelaar (9)

Schakelaar EQ equalizer (8)

De optimale instelling van elke regeling wordt bepaald door de andere apparatuur die met de subwoofer wordt gebruikt. Wordt er meer dan één subwoofer gebruikt, zet dan de overeenkomende instellingen in dezelfde positie.

Gebruik met Home Cinema decoders

De B&W Actieve Subwoofer is niet THX® gecertificeerd, maar kan desgewenst met een THX® controller worden gebruikt.

Zet de volumeregelaar aanvankelijk op ‘12 uur’ (standaard positie).

Zet de EQ schakelaar aanvankelijk op i.

Zet de PHASE schakelaar aanvankelijk op +.

De positie van het laagdoorlaatfilter is niet belangrijk.

Lees ook de paragraaf “Fijninstelling”.

Gebruikt u een THX® decoder, schakel dan de subwoofer functie in. Op deze manier

zijn de instellingen voor filter en volume optimaal om de subwoofer in alle toepassingen te gebruiken. Voor het inregelen van de geluidsniveaus gebruikt u het interne testsignaal en de kanaalinstellingen van de THX® decoder. In alle gevallen deze testruis op de luisterpositie op een geluidsdruk van 75 dB SPL (C-gewogen) instellen. De standaard positie van de volumeregelaar op de subwoofer komt overeen met THX® standaard van 88 dB SPL op 1 meter voor een signaal van 100 mV op de lijningang.

Gebruikt u een andere decoder, kies dan voor de front en de surround luidsprekers eerst de juiste grootte (‘large’ of ‘small’), voordat u de niveaus instelt. Gebruik het testsignaal en de volumeregeling van de decoder om alle luidsprekers in te stellen. Is het signaal van de processor niet sterk genoeg om het juiste niveau te bereiken, corrigeer dan de volumeregelaar op de subwoofer.

Bij elektronicawinkels zijn betaalbare geluidsdrukmeters te koop waarmee eenvoudig het juiste niveau kan worden ingesteld. Raadpleeg zonodig de handleiding van de decoder voor het instellen van het juiste niveau.

2-Kanaals audio

Zet de volumeregelaar aanvankelijk op ‘12 uur’ (standaard).

Zet de EQ schakelaar aanvankelijk op i.

Zet de PHASE schakelaar op –.

Zet de laagdoorlaatfilter frequentie op -6 dB afsnijfrequentie voor de satelliet luidsprekers.

Zowel de -3 dB als de -6 dB grafieken vindt u bij de specificaties van elk B&W type luidspreker. Wanneer de fabrikant van een satelliet luidspreker alleen een -3 dB cijfer opgeeft en niet voor -6 dB, dan ligt de optimale instelling van het laagdoorlaatfilter frequentie tussen 0,6 en 0,9 maal de -3 dB frequentie, afhankelijk van de afval. Hoe geleidelijker de afval van de satellieten is, hoe lager u de frequentie dient te kiezen.

Lees ook de paragraaf ‘Fijninstelling’.

Fijninstelling

Home Cinema

Bij Home Cinema is het subwoofersignaal (LFE) een apart kanaal in plaats van een aanvulling op het satellietsignaal. Het laagdoorlaatfilter werkt niet met de lijningang omdat de decoder hier de juiste filters levert, die nodig zijn bij een instelling op kleine (small) luidsprekers. De positie van de faseschakelaar kan echter wèl belangrijk zijn; normaliter is deze +, maar wanneer de subwoofer op een behoorlijke afstand van de andere luidsprekers staat, of de versterker van de andere luidsprekers de polariteit verandert, dan kan – een beter resultaat geven. Luister daarom naar beide posities van de schakelaar en kies de positie die het “volste” laag geeft. Is geen verschil hoorbaar, laat de schakelaar dan in de positie + staan.

Surround processoren hebben gewoonlijk een eigen gekalibreerd testsignaal dat u kunt gebruiken om de onderlinge niveaus

31

Page 34
Image 34
Bowers & Wilkins AS2 Meer dan één subwoofer gebruiken, Controleer alle aansluitingen nogmaals, In- en uitschakelen