mathematische prioriteit. De gediscrimineerde prioriteiten zijn de volgende:
1)Functies met 1 variabele.
2)Uitdrukkingen tussen "( )"; (De binnenste haakjes hebben de hoogste prioriteit in het geval er meerder haakjes in de bewerking aanwezig zijn)
3)xy, y x
4)x, ⎟
5)+, –
b.Wanneer de toets uitgevoerd wordt, dan zal de rekenmachine de bovenstaande prioriteiten discrimineren en worden de gegevens en de bewerkingstoetsen voor de vereiste periode in behandeling gehouden.
Het in behandeling houden kan maximaal 6 maal gebeuren en indien er 15 niveaus of meer in behandeling gehouden worden, zal er een foutmelding op het beeldscherm verschijnen.
c.De [ ( ] toets wordt enkel in rekening genomen onmiddellijk na [CE], [+],
Wanneer een uitdrukking tussen haakjes beëindigd wordt door de [ ) ] en [=] toets of wanneer de uitdrukking gewist wordt door de [ON/C] toets, enz…, of wanneer er fouten gemeld worden, zal de “( )” indicator van het beeldscherm verdwijnen.
d.Indien het bereik van het in behandeling houden niet overschreden wordt, dan kan u [ ( ] zoveel keer in een uitdrukking invoeren als u maar wilt. Indien u echter meer dan 16 maal op de toets drukt zal er een foutmelding op het beeldscherm verschijnen.
e.Wanneer u in een numerieke uitdrukking wel op de “ ( ” toets gedrukt heeft, maar niet op de “ ) ” toets, zal de bewerking niet uitgevoerd worden. In tegenstelling, wanneer u op de “ ( ” en “ = ” toets gedrukt heeft, zonder op de “ ) ” te drukken, wordt de bewerking uitgevoerd volgens de prioriteitsvolgorde.
(10)[X→M], [MR], [M+] Geheugenbewerking
a.Het geheugenregister “M” dat door deze toetsen gebruikt wordt is een volledig zelfstandig geheugen.
b.Weergegeven gegevens worden aan “M” (geheugenregister) toegevoegd door op de [M+] toets te drukken. Indien er zich een overflow foutmelding voordoet, zullen de verdere gegevens bewaard worden.
c.Weergegeven gegevens worden opgeslagen in “M” door op de [X→M] toets te drukken.