Nederlands

(2)Plunjer type (Afb. 2)

Breng de plunjer in het vierkante gedeelte van het aanbeeld tegenover de opening in het zeskante voetstuk. Druk dan de plunjer uit en bevestig het voetstuk op het aanbeeld. Controleer of de plunjer stevig in de opening steekt. Voor het verwijderen van het voetstuk volgt u de aanwijzingen in omgekeerde volgorde.

GEBRUIK

1.Bediening van de schakelaar (Afb. 3)

De schakelaar van deze machine is zowel een motorschakelaar als een draairichting- keuzeschakelaar. Als de schakelaar op R (aangegeven op de handgreepkap) wordt gezet, draait de motor in de richting van de klok en wordt de bout vastgedraaid. Als de schakelaar op L wordt gezet, draait de motor tegen de klok in en wordt de bout losgedraaid. Bij het loslaten van de schakelaar zal

de motor stoppen.

VOORZIGHTIG

Zet de schakelaar altijd op uit en wacht totdat de motor geheel tot stilstand is gekomen alvorens de draairichting van de sleutel te gaan veranderen. Omschakelen terwijl de motor ioopt, zal resulteren in verbranding van de motor.

2.Vast-en losdraaien van bouten

Kies eerst een zeskantbus die op de bout of moer past. Bevestig de bus op het draaistuk en pak de moer die moet worden vastgedraaid met de zeskantbus vast. Houd de sleutel in een lijn met de bout en druk een paar seconden op de aan/uit- schakelaar voor het vastdraaien van de moer.

Als de moer slechts losjes op de bout zit, is het mogelijk dat de bout met de moer meedraait waardoor deze niet goed kan worden vastgedraaid. In zulke gevallen moet u de machine eerst stoppen en de boutkop met een sleutel vasthouden alvorens opnieuw te gaan beginnen. U kunt de bout en moer ook met de hand vastdraaien om slippen te voorkomen.

OPMERKINGEN BETREFFENDE HET GEBRUIK

1.Controleer de netspanning (Afb. 4)

Het aantrekkoppel wordt beinvloedt door de netspanning. Bij een lagere netspanning zal het aantrekkoppel ook lager zijn.

Als u bijvoorbeeld een 220 V type sleutel op 200 V netspanning gebruikt, zal het beschikbare aantrekkoppel worden verminderd met 70 - 90 %. Moet het netsnoer worden verlengd, gebruik dan een zo kort mogelijk snoer. Gebruik een verhogings- transformator als de netspanning laag is en er een erg lang verlengsnoer vereist is. De relatie tussen de netspanning en het aantrekkoppel is aangegeven in de figuur.

2.Raak de stootrand of hamerbehuizing niet aan tijdens continu gebruik

De stootrand en hamerbehuizing worden tijdens continu gebruik heet dus zorg ervoor dat u deze helemaal niet aanraakt.

3.Zet de bout met het juiste aantrekkoppel vast Het optimale aantrekkoppel van moeren en bouten hangt af van het materiaal en formaat van de moeren

en bouten. Een buitensporig groot aantrekkoppel voor een kleine bout kan resulteren in rekken of breken van de bout. Het aantrekkoppel is groter naarmate de bedrijfstijd langer is. Let er daarom op dat de bout niet langer dan de vereiste tijdsduur wordt vastgedraaid.

4.Kiezen van de juiste bus overeenkomstig de bout Zorg ervoor dat u een bus gebruikt die past op de bout welke moet worden vastgedraaid. Het gebruik van een verkeerde bus zal niet alleen resulteren in onvoldoende vastdraaien maar bovendien in beschadigingen aan de bus of moer.

Een versleten of vervormde zeskante of vierkante bus zal niet goed op de moer of het draaistuk passen, hetgeen resulteert in een lager aantrekkoppel.

Let er goed op dat de gaten in de bussen niet te zeer versleten zijn. Vervang de bussen altijd op tijd door nieuwe. Zie Tabel 1 voor de relatie tussen bus en boutmaat. Het nummer van de bus geeft de kant-tot- kant afstand (S) van het zeskantgat aan.

5.Vasthouden van het gereedschap

Houd het gereedschap met uw handen aan de hoofd- en zijhandgreep vast. De sleutel moet in dit geval in lijn zijn met de bout.

Het is niet nodig hard tegen de sleutel te drukken. Druk zodanig dat er net wordt gecompenseerd voor de kracht van de machine.

6.Controleren van het aantrekkoppel

De volgende faktoren dragen bij tot een vermindering van het aantrekkoppel. Controleer daarom het vereiste aantrekkoppel door van te voren een aantal bouten met een handbediende momentsleutel vast te draaien.

Faktoren die invloed hebben op het aantrekkoppel.

(1)Netspanning:

Het aantrekkoppel is lager als de netspanning lager is (Zie Afb. 4).

(2)Bedrijfstijd:

Het aantrekkoppel is groter als de bedrijfstijd langer is. Bij een bepaalde waarde zal het aantrekkoppel echter niet meer groter worden, ook al wordt het gereedschap langer gebruikt (Zie Afb. 4).

(3)Diameter van de bout:

De relatie tussen het aantrekkoppel en de diameter van de bout is aangegeven in Afb.4. Over het algemeen heeft een bout met een grotere diameter een groter aantrekkoppel.

(4)Omstandigheden bij het vastdraaien:

Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van de koppelverhouding, d.w.z. klasse en lengte van de bouten (zelfs als bouten met hetzelfde formaat schroefdraad word en gebruikt).

Het aantrekkoppel zal ook verschillen afhankelijk van de konditie van het metaal waardoor de bout moet worden gedraaid.

(5)Gebruik van los verkrijgbare toebehoren:

Het aantrekkoppel is wat lager als een verlengstaaf, kogelgewrichtverbinding of lange bus wordt gebruikt.

(6)Speling van de bus:

Een versleten of vervormde zeskant of vierkante bus zal niet goed op de moer of het draaistuk passen, hetgeen resulteert in een lager aantrekkoppel. Het gebruik van een bus die niet met de bout overeenkomt zal resulteren in een te laag aantrekkoppel. Zie Tabel 1 voor de relatie tussen bus en boutmaat.

27