26
Na het programmeren van de polswaarde niet de set-toets drukken, maar
in het van u gewenste trainingsprogramma door drukken van de pro-
gramma toets wisselen.
U kunt de trapweerstand bij elk vastgelegd belastingsniveau manueel in-
stellen. De grafische weergave (5) past zich dienovereenkomstig aan.
(Wissel op 25-Watt segmenten).
Na de selectie van het trainingsprogramma verschijnt in het display het
respektievelijke programmanummer en na 2 secondern de eerste 12 zui-
len (=12 minuten) in het grafisch display (5), die het verloop weergeven.
De tijdindicatie geeft de duur aan, alle anderen waarden staan op nul.
Als u met de pedaalomwentelingen begint, vangt de tijdindicatie (7) aan,
terug te lopen. De kilojoule en afstandindicatie (3 en 9) tellen opwaarts,
terwijl de indicaties voor prestatie (4), pedaalomwentelingen (2) en snel-
heid (8) de aktuele waarden aantoonen.
Bij onderbreking van de trainingseenheid bijft de gekozen koers daar
staan, waar hij onderbroken werd. Dit geldt ook voor het energieverbruik
en de afstand. Bij weeropname van de training wordt van dit punt, waar
de onderbreking was, verder geteld.
Polsgecontroleerd programma
Kies met de programma-toets (17) het polsprogramma (programma 5).
De grafische afbeelding van het belastingsprofiel is, met uitzondering van
het eerste element, in de linke ondere zuil onbeschreven. “COURSE”
wordt als aktuele modus (6) aangetoond. De trainingsgegevens kunnen,
zoals in “Training met programmering van trainingsdata” beschreven, in-
gesteld worden. De aktuele polsslag (10) staat op ”– –” slagen/minuut.
Door drukken van de “Op” en “Af” - toetsen (15/16) kan de gewenste
trainingspols worden geprogrammeerd. Als de gewenste waarde bereikt
wordt, moet de set-toets (14) voor overname van de waarde gedrukt wor-
den. Begin daarna met het pedaaltrappen. De polsgestuurde training
wordt door een hartsymbool, dat alle 15 seconden in het grafisch display
verschijnt, aangegeven.
De computergestuurde wervelstroomrem van de ergometer verhoogt de
trapweerstand zo lang tot de geprogrammeerde optimale trainingspols
binnen de toegelaten speelruimte van +/- 5 slagen/minuut ligt.
In het verdere verloop wordt het bijhouden van een voorgegeven pols-
frequentie automatisch gecontroleerd.
Voor een optimale hartfrequentiecontrole is het bijhouden van een ge-
programmeerde pedaalomwentelings-speelruimte door de oefenaar
noodzaakelijk. Als het aantaal pedaalomwentelingen/min buiten deze
speelruimte ligt, zullen de pijlsymbolen van het display voor over- of on-
derschrijding van de toegelaten pedaalomwentelingen (1) de oefenaar
aanduiden, zijn trapsnelheid aan te passen.
De grafische afbeelding van het belastingsprofiel (5) en de andere func-
ties worden zo angegeven als boven beschreven.
Opmerking
Het in de computerelektronica aangegeven energieverbruik ligt 4 maal
hoger dan de aan de ergometer omgezette mechanische prestatie. Deze
programmering baseert op het feit, dat het lichaamelijk energieverbruik
bij het fietsen (ergometer) om ca. 4 maal hoger ligt als de op te brengen
mechanische prestatie van de ergometer. Dit betekent dat de effectiviteit
van de oefenaar aan de ergometer maar met ca. 25% te evalueren is.
Het energieverbruik wordt in kilojoules aangegeven. 4 186 kilojoules is
gelijk 1 calorie.
De ergometer is onafhankelijk van het toerental. Dit betekent, dat onaf-
hankelijk van de verhoging of vermindering van de trapfrequentie door
de oefenaar, de ergometer automatisch met hulp van de elektromotori-
sche sturing van de wervelstroomrem, de persoonlijk aangegeven of door
een programma geprogrammeerde Wattwaarden correct aanhoudt en re-
gelt. Hierbij bereikt de ergometer de hoge afleesnauwkeurigheid volgens
DIN EN 957 - 1/5, categorie A.
Alleen de boven en in het volgende beschreven speelruimte van de toe-
gelaten pedaalomwentelingen (prestatiebereik) moet voor een exacte pre-
statieindicatie worden ingehouden. Zij wordt door pijlsymbolen (11) aan-
gegeven.
Polsmeting
De polssensor werkt met infraroodlicht en meet de veranderingen van de
lichtdoorlaatbaarheid van uw huid, die door de polsslag wordt veroor-
zaakt. Voor u de posmeter aan het oorlelletje bevestigt, dient u dit 10
keer krachtig te wrijven, om de bloedsomloop te stimuleren. De polsme-
ting begint, zodra het hartsymbool op het displayveld in het ritme van uw
polsslag blinkt. Wegens de noodzakelijke hoge versterking van de bin-
nenkomende impulsen van de sensor dienen storingsimpulsen te worden
vermeden.
* Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje.
* Oefen niet direkt onder een sterke lichtinval, bijv. TL-verlichting, halo-
genlicht, spots of zonlicht.
* Vermijd schokken en waggelen van de oorsensor en het kabel. Beve-
stig het kabel altijd met een klem aan uw kleding.
Mocht zich toch een foutieve aanduiding voordoen, controleer nog eens
de bovengenoemde punten.
Toebehoren voor de polsmeting
Er bestaat ook de mogelijkheid de ergometer met een kabelloos pols-
meetsysteem uit te rusten. De KETTLER Cardio-Pols-Set, dat uit borstgordel,
zender en ontvangtoestel bestaat, maakt een exacte EKG polsmeting mo-
gelijk. Raadpleeg wat dit betreft uw vakkundige koopman.
Rustpolsmeting
De trainingscomputer is uitgerust met een functie om de polsslag in rust te
meten. Daardoor is het mogelijk, aan het einde van de training uw rust-
pols te meten. Druk bij het einde van de training de rustpols-toets (18). De
computer meet dan een minuut lang uw pols. De tijd wordt daarbij te-
ruglopend aangegeven. Het grafisch displayveld (5) wordt uitgewist en
door de letters “REC” (“Recovery”) vervangen.
De actuele rustpols verschijnt in het displayveld (10).
Na afloop van de rustpolsmeting wordt een “fitness-evaluatie” met FI.0 tot
FI 6.0 20 seconden lang in het displayveld (9) aangegeven. Daarna
schakelt het display terug in de vorige modus. Als de rust-toets (18) of de
“SET”-toets (14) gedurende de meting worden gedrukt, onderbreekt het
display de rustpolsmeting en gaat terug naar de vroegere modus. Als de
ontvang van het polssignaal is gestoord, verschijnen de letters “FE” (“Er-
ror”) in het displayveld (9).
Vergelijk uw belastingspols bij het einde van de training met de rustpols
een minuut na het einde van de training. De computer berekent en ana-
lyseert het verschil en de hieruit resulterende “fitnessindex” volgens deze
formule:
F = 6 (10 x P )2
P 1
P1 = Belastingspolsslag
P2 = Rust - polsslag na 1 minuut
P = Pulsdifferenz ( P 1 P 2 )
index 1,0 = zeer goed
index 6,0 = onvoldoende
De vergelijking van de belastingspols en de rustpols is een eenvoudige
en snelle mogelijkheid om uw conditie te controleren. De fitnessindex is
een orientatiehulp bij het bepalen van de snelheid waarmee uw polsslag
zich na lichaamelijke inspanningen herstelt. Bij regelmatige hart- en
bloedsomlooptraining zult u vaststellen, dat dit “waarderingscijfer” hoger
wordt.
25 50 100 150 200 250 300 350 400
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
o/min
Prestatie (Watt)
Prestatiebereik