55
ń
accupak slechts gedeeltelijk ontladen is, duurt het opladen overeenkomstig korter.
Het oplaadapparaat werkt binnen een spanningsbereik van 100 V ... 240 V.
Het opladen wordt door een microprocessor in het oplaadapparaat gecon-
troleerd. Als het accupak geheel is opgeladen, wordt het opladen automa-
tisch beëindigd en schakelt het oplaadapparaat om naar een onderhoudsla-
ding.
Laad het accupak alleen op met het originele Metz-oplaadapparaat 970!
• Voor u het accupak in de lampstaaf zet, moet het deksel van het accupak
tegen richting van de wijzers van de klok in, tot de tweede klikstand wor-
den gedraaid.
• Bij het inzetten moet de aansluiting voor het opladen van het accupak in
de lengterichting van de aluminium rail van de lampstaaf staan.
• Draai na het inzetten het deksel van het accupak in de richting van de
wijzers van de klok en vergrendel het.
Kenteken voor een leeg accupak:
draai het deksel van het accupak tot de aanslag in de richting van de wijzers
van de klok.
Kenteken voor een vol accupak:
draai het deksel van het accupak tot de aanslag tegen de richting van de
wijzers van de klok in.

4.2 Werken met een Power Pack P76

Als het beschikbare aantal flitsen en de flitsvolgtijden niet aan uw gebruiks-
doel voldoen, kan de flitser door een Power Pack P76 (los verkrijgbaar
accessoire) worden gevoed. Het Power Pack wordt met de verbindingskabel
V76 (los verkrijgbaar accessoire) aan de flitser aangesloten. Daarbij hoeft er
geen accupak in de lampstaaf te zitten.
Een in de flitser ingezet accupak kan blijven zitten.
Alvorens u een Power Pack, c.q. de verbindingskabel V76 aan de flitser ver-
bindt, moet de hoofdschakelaar van de flitser in de onderste stand (AUS,
c.q. OFF) worden geschoven.
De flitser moet dan met de schakelaar op het Power Pack in-, c.q. uitgescha-
keld worden (zie de gebruiksaanwijzing van het Power Pack).
Om de flitser bij het gebruik van een Power Pack te beschermen
tegen thermische overbelasting, wordt bij extreme belasting de flits-
volgtijd door een bewakingsschakeling naar behoefte verlengd!
Vóór het aansluiten of afnemen van de verbindingskabel, c.q. van het Power
Pack alle betrokken apparaten uitschakelen!
5. Bedieningselementen en aanduidingen
• De aanduiding van de flitsparaatheid   licht op als de flitscondensator
opgeladen is en een flits kan worden ontstoken. Bij het werken met een
SCA-adapter wordt de camera – voorzover dat vereist is – automatisch
naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. De aanduiding van de flit-
sparaatheid vindt op de lampstaaf en op de stuurunit plaats.
• Met de ontspanknop voor handbediening   kan, als de flitser opgela-
den is, een flits worden ontstoken. In de TTL- en in de manual flitsfunctie
wordt daarbij een flits met vol vermogen ontstoken. In de automatisch-flit-
senfunctie A, c.q. bij de met de hand in te stellen deelvermogens wordt een
flits ontstoken, in overeenstemming met de ingestelde parameters (ISO /
diafragmawaarde / deelvermogen). Lampstaaf en stuurunit beschikken
beide over een ontspanknop voor handbediening.
Bij de flitsfunctie van de lampstaaf zonder stuurunit wordt door het bedie-
nen van de handontspanknop een adresseringsflits voor het draadloze
Metz-Remote-systeem afgegeven (zie 17).
• De aanduiding van de belichtingscontrole licht gedurende ong. 3 s. op
als in de TTL-, c.q. automatisch-flitsenfunctie de opname correct werd
belicht. Bij het werken met een SCA-adapter vindt, afhankelijk van het
type camera, een dienovereenkomstige aanduiding in de zoeker van de
camera, c.q. in het cameradisplay plaats. Bovendien verschijnt dan de
aanduiding van de belichtingscontrole in het display van de stuurunit.
705 47 0041.A4 76MZ-5 digital 15.03.2007 8:28 Uhr Seite 55