Besturingselementen

De besturingsknoppen van de OSM (On-Screen Manager) bevin- den zich vooraan op de monitor en hebben de volgende functies:

U opent de OSM (On-Screen Manager) door te drukken op een van de besturingsknoppen (EXIT, ￿, ￿, –, +).

 

Hoofdmenu

Submenu

EXIT

Hiermee verlaat u het

Hiermee schakelt u over

 

OSM-menu.

naar het hoofdmenu met

 

 

OSM-besturingselementen.

Opmerking:

schakelt het OSM-menu uit en schakelt het OSM-

 

menu weer in wanneer de OSM niet actief is.

KNOP

Hiermee verplaatst u

Hiermee verplaatst u de

/

de markeringsbalk naar

markeringsbalk naar links

 

links of naar rechts om

of naar rechts om een

 

een van de submenu’s

van de opties in het

 

te selecteren.

menu te selecteren.

Opmerking:

wanneer het OSM-menu is uitgeschakeld, werkt

 

deze knop als sneltoets voor Helderheid.

KNOP

Hieraan is geen func-

Hiermee verplaatst u de

–/+

tie toegewezen.

markeringsbalk in de

 

 

overeenkomstige rich-

 

 

ting (– of +) om de instel-

 

 

ling te verhogen of te

 

 

verlagen.

Opmerking:

schakelt het OSM-menu uit en past het Contrast

 

aan als de sneltoets “AAN” staat.

SELECT/SBMODE

Hiermee activeert u het

Hieraan is geen functie

 

submenu.

toegewezen.

Opmerking:

wanneer de OSM is uitgeschakeld, zal deze toets

 

functioneren als de SuperBright-functietoets

 

(SB). De gebruiker kan kiezen tussen SB MODE

 

OFF, SB MODE1 en SB MODE2. Als deze toets

 

voor de eerste keer wordt ingedrukt, wordt de

 

huidige SB-modus aangegeven. In een venster

 

dat drie seconden actief is, zal de SB-modus

 

veranderen in de volgende SB-modus wanneer

 

deze toets opnieuw wordt geselecteerd. Als de

 

huidige modus bijvoorbeeld SB MODE OFF is en

 

de toets wordt tweemaal ingedrukt binnen drie

 

seconden, zal de SB-modus veranderen in

 

SBMODE1 enz. In iedere SB-modus wordt de

 

kleurentemperatuur ingesteld met het relevante

 

kleurenbeheer, behalve voor de sRGB-modus.

 

Hiervoor kan de kleureninstelling niet worden aan-

 

gepast. Als de eenheid wordt uitgeschakeld,

 

wordt deze teruggezet in SB MODE OFF.

 

Super Bright Mode OFF

 

(Modus Extra helderheid UIT): voor op tekst

 

gebaseerde afbeeldingen (normaal gebruik)

 

Super Bright Mode-1 ON

 

(Modus Extra helderheid-1 AAN):

 

voor afbeeldingen

 

 

Super Bright Mode-2 ON

 

(Modus Extra helderheid-2 AAN):

 

voor bewegende beelden zoals DVD-films

RESET

Hiermee zet u voor alle

Hiermee zet u voor de

 

besturingselementen in

geselecteerde optie de

 

het geselecteerde

fabrieksinstelling terug.

 

menu de fabrieksin-

 

 

stellingen terug.

 

Opmerking:

wanneer u in het hoofdmenu of een submenu op

 

de knop RESET drukt, verschijnt op het scherm

 

een waarschuwingsvenster waarin u de reset-

 

actie alsnog kunt annuleren.

Als de hot key-functie op "ON" is gezet, kunt u alleen via de knop "EXIT" naar de OSD gaan.

Helderheid/contrast

Brightness (Helderheid): hiermee stelt u de algemene helder- heid van het beeld en de achtergrond op het scherm in.

Contrast: hiermee stelt u de helderheid van het beeld ten op- zichte van de achtergrond in.

Degauss (Demagnetiseren): met deze optie kunt u de opbouw van zwevende magnetische velden voorkomen. Magnetische velden kunnen een invloed uitoefenen op de correcte scanprocessen van de elektronenstralen en zo afwijkingen ver- oorzaken in de zuiverheid van de schermkleuren, beeldscherpte en -convergentie. Als deze functie is ingeschakeld, is het moge- lijk dat het beeld op uw scherm even trilt op het ogenblik dat het scherm wordt gedemagnetiseerd.

Let op! Na het gebruik van de Degauss-functie moet u min- stens 20 minuten wachten alvorens opnieuw te demagnetiseren.

Grootte en positie

Left/Right (Links/rechts): hiermee verplaatst u het beeld op het scherm horizontaal (naar links of naar rechts).

Down/Up (Omlaag/omhoog): hiermee verplaatst u het beeld op het scherm verticaal (omhoog of omlaag).

Narrow/Wide (Smal/breed): hiermee vergroot of verkleint u de breedte van het beeld (horizontaal).

Short/Tall (Kort/lang): hiermee vergroot of verkleint u de hoogte van het beeld (verticaal).

Color Control System (Kleurenbeheersysteem)

Met de standaardinstellingen voor kleuren kunt u de gewenste optie voor de kleuren kiezen. De balk wordt vervangen door de kleureninstelling die u in dit menu kiest. Alle kleurenopties zijn in de fabriek vooraf ingesteld en stemmen overeen met de kleuren- temperatuur in de vermelde graden Kelvin. Als u een instelling wijzigt, verandert de naam van de instelling van Kelvin in Custom (aangepast), behalve in de sRGB-modus.

Red, Green, Blue (Rood, Groen, Blauw): met het Color Control System (Kleurenbeheersysteem) wijzigt u de monitorinstellingen voor de kleur rood, groen of blauw. Als u een kleur verandert, is dit onmiddellijk zichtbaar op het scherm. De instelling (hoger of lager) wordt in de balken aangegeven.

sRGB-modus:de modus sRGB biedt voor afbeeldingen het ge- schikte kleurenbeheer. U kunt de kleuren rood, groen en blauw en hun helderheid en contrast niet afzonderlijk aanpassen.

Kleurentemperatuur aanpassen: hiermee past u de kleuren- temperatuur van het scherm aan.

Geometrische instellingen

Menu met geometrische instellingen

Met de geometrische besturingselementen kunt u de kromming of hoek van de zijkanten van het beeld op het scherm aanpas- sen.

Sides In/Out (Zijkanten naar binnen/buiten, pincushion): hier- mee maakt u de kromming van de zijkanten naar binnen of naar buiten groter of kleiner.

Sides Left/Right (Zijkanten naar links/rechts, pincushion-ba- lans): hiermee maakt u de kromming van de zijkanten naar links of naar rechts groter of kleiner.

Sides Tilt (Zijkanten kantelen, parallellogram): hiermee vergroot of verkleint u de helling van de zijkanten van het beeld naar links of naar rechts.

Nederlands

27

Page 27
Image 27
Mitsubishi Electronics Pro 930SB Besturingselementen, Helderheid/contrast, Grootte en positie, Geometrische instellingen