NEDERLANDS
Kies STOP als uw sensor al geprogrammeerd is.
Zie anders Een nieuwe accessoire gebruiken (pagina 26) voor meer informatie over programmeren.
Vermogen
Stel de Polar Power Output Sensor ON (Aan) / OFF (Uit) in Power SET (Vermogen instellen).
Als u de vermogenssensor ON (Aan) inschakelt, verschijnen de volgende instellingen.
1.Kettinggewicht: stel het kettinggewicht in gram in. Bevestig de ingestelde waarde met OK.
2.Kettinglengte: stel de kettinglengte in mm in. Bevestig de ingestelde waarde met OK.
3.Spanlengte: stel de spanlengte in mm in. Bevestig de ingestelde waarde met OK.
Voorbeelden van kettinggewichten en
Gewicht | Lengte |
|
|
280 g | 1473 mm |
|
|
280 g | 1473 mm |
|
|
335 g | 1473 mm |
|
|
260 g | 1473 mm |
274 g
1473 mm
277 g
1473 mm
Voor precieze waarden moeten alle instellingen zo nauwkeurig mogelijk zijn. Kettinglengte en
Het is niet nodig om kettinglengte en
4.Power TEACH? (Vermogen programmeren)
Kies STOP als uw sensor al geprogrammeerd is.
Zie anders Een nieuwe accessoire gebruiken (pagina 26) voor meer informatie over programmeren.
Hoogte-instellingen
Kalibreer de hoogtemeter om te zorgen dat de meting nauwkeurig blijft.
Handmatig kalibreren: stel de referentiehoogte altijd in als een betrouwbare referentie beschikbaar is, zoals een piek of een topografische kaart, of wanneer u zich op zeeniveau bevindt.
Automatisch kalibreren: bij gebruik van automatisch kalibreren kunt u de beginhoogte bij de start van de training altijd op dezelfde waarde instellen. Kalibreer de hoogte handmatig en schakel de automatische kalibratie in. Van nu af aan zal deze hoogte bij aanvang van de training altijd als basishoogte worden gebruikt bij automatische hoogtekalibratie. Als automatische kalibratie is ingeschakeld en u de fietscomputer handmatig kalibreert, wordt deze nieuwe waarde gebruikt als een nieuwe beginhoogte voor automatisch kalibreren.
Selecteer automatisch kalibreren als u altijd in dezelfde omgeving traint om de juiste hoogtewaarden te waarborgen.
Instellingen 23