Instelitems aanpassen — SET

1Houd de selectietoets ingedrukt.

Het installatievenster wordt weergegeven.

2Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot het gewenste item wordt weergegeven.

3Draai de regelknop om de instelling (bijvoorbeeld "ON" of "OFF") te selecteren.

4Houd de selectietoets ingedrukt.

Het instellen is voltooid en het scherm keert terug naar de normale weergave-/ ontvangststand.

Opmerking

De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en de instelling.

De volgende items kunnen worden ingesteld (volg de paginaverwijzing voor meer informatie):

CLOCK-ADJ(klok aanpassen) (pagina 6)

BEEP

De pieptoon inschakelen: "ON", "OFF".AUX-A*1(AUX-audio)Het AUX-bronscherm inschakelen: "ON", "OFF" (pagina 20).

AUTO OFF

Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd wanneer het apparaat is uitgeschakeld: "NO", "30S" (seconden), "30M" (minuten), "60M"

(minuten).DEMO (demonstratie)De demonstratie inschakelen: "ON", "OFF".

DIMMER

De helderheid van het scherm wijzigen.

"AT": om het scherm automatisch te dimmen wanneer u de lichten inschakelt. (Alleen beschikbaar wanneer de bedieningskabel voor de verlichting is aangesloten.)

"ON": om het scherm te dimmen."OFF": om de dimmer uit te schakelen.

CONTRAST

Het contrast van het scherm aanpassen. Het contrastniveau kan worden aangepast in

7 stappen.ILLUMI (verlichting)De verlichtingskleur wijzigen: "ILLUMI-1", "ILLUMI-2".M.DSPL (bewegingsdisplay)De stand voor het bewegingsdisplay selecteren."SA": bewegende patronen en de Spectrum Analyzer weergeven."ON": bewegende patronen weergeven."OFF": het bewegingsdisplay uitschakelen.
A.SCRL (automatisch rollen)Lange items automatisch laten rollen: "ON", "OFF".LOCAL (lokale zoekfunctie)"ON": alleen afstemmen op zenders met sterke signalen."OFF": afstemmen met normale ontvangst.

MONO*2 (monostand) Mono-ontvangststand selecteren om slechte FM-ontvangst te verbeteren: "ON", "OFF".

ZAP.TIME (Zappin Time)

De afspeeltijd voor de ZAPPIN-functie selecteren.

"ZAP.TIME-1" (6 seconden), "ZAP.TIME-2" (9 seconden), "ZAP.TIME-3" (30 seconden).

LPF (laagdoorlaatfilter)

De kantelfrequentie van de subwoofer selecteren: "OFF", "80Hz", "100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".

LPF NORM/REV (laagdoorlaatfilter normaal/ omgekeerd)De fase selecteren wanneer het LPF is ingeschakeld: "NORM", "REV".HPF (hoogdoorlaatfilter)

De kantelfrequentie van de voor-/ achterluidspreker selecteren: "OFF", "80Hz", "100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".

LOUD (loudness)

Hoge en lage tonen versterken voor helder geluid bij lagere volumeniveaus: "ON", "OFF".

BTM (pagina 12)

*1 Als het apparaat is uitgeschakeld.

*2 Als FM wordt ontvangen.

Geheugenback-up

De laatste instellingen worden automatisch opgeslagen.

De geluidsinstellingen (behalve het volume), instelitems (behalve de klok) en de tunerinstellingen worden opgeslagen in het interne geheugen van het apparaat.

19