Nuttige tips en informatie (HELP)

Het HELP menu bevat nuttige tips en informatie over deze monitor. Wanneer uw monitor symptomen vertoont zoals deze die vermeld staan in het HELP menu, volgt u de instructies op het scherm om het probleem op te lossen. Wanneer de symptomen niet vermeld staan in het HELP menu of wanneer het probleem niet is opgelost, zie “Storingen en oplossingen” op pagina 14.

1Druk in het midden van de regeltoets.

Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.

2Beweeg de regeltoets om HELP te laten oplichten en druk nogmaals in het midden van de regeltoets.

Het HELP menu verschijnt op het scherm.

HE L P

T ERUGKEREN NAAR HOOFDMENU

AANBEVOL EN RESOL UT I E

GE F L I KKER

F I J NE HOR I ZONT A L E L I J N

BEE L DVERVORM I NG

ONSCHERP

VERK L EUR I NG

3Beweeg de regeltoets m/M om een HELP menu item te kiezen en druk nogmaals in het midden van de regeltoets.

Om het scherm verschijnen instructies of informatie om het probleem op te lossen. Hieronder vindt u toelichting bij elk menu item.

AANBEVOLEN RESOLUTIE

Wanneer het beeld het scherm niet helemaal vult of wanneer het scherm te klein lijkt voor het beeld, dan moet u met behulp van uw computer de resolutie regelen zoals aangegeven in het menu. Als het ingangssignaal overeenkomt met een fabrieksvoorinstelling, verschijnen de resolutie en de refresh rate van het huidige ingangssignaal op het scherm.

AANBEVOL EN

RESOL UT I E

RESOL UT I ON

I NS T E L L EN OP

1 0 2 4 X 7 6 8 B I J 8 5 H z ME T DE PC .

MOMENT EE L

I NGES T E L D OP

1 2 8 0 X 1 0 2 4

B I J 7 5 H z .

GEFLIKKER

Wanneer het beeld flikkert, moet u de refresh rate regelen zoals aangegeven in het menu. Als het ingangssignaal overeenkomt met een fabrieksvoorinstelling, verschijnt de refresh rate van het huidige ingangssignaal op het scherm.

GE F L I KKER

RE FRESH RA T E I NS T E L L EN

OP

7 5 H z OF 8 5 H z ME T DE

PC

 

MOMENT EE L I NGES T E L D

OP

6 0 H z

FIJNE HORIZONTALE LIJN

De lijnen die op het scherm verschijnen, zijn demperdraden. Zie pagina 13 voor meer informatie over demperdraden.

BEELDVERVORMING

Wanneer het beeld op het scherm is vervormd, moet u de beeldgeometrie proberen te regelen. Beweeg de regeltoets ,om meteen naar het GEOMETRIE menu te gaan.

ONSCHERP

Het beeld kan onscherp lijken wanneer de rode en blauwe kleursignalen niet goed samenvallen, waardoor er rode of witte schaduwen zichtbaar zijn rond letters en lijnen. Probeer die schaduwen dan te verwijderen door de beeldconvergentie te regelen. Beweeg de regeltoets , om meteen naar het CONVERGENTIE menu te gaan. Wanneer het CONVERGENTIE menu verschijnt, worden contrast, helderheid en moiré automatisch teruggesteld voor alle ingangssignalen.

VERKLEURING

Wanneer de beeldkleuren op sommige plaatsen op het scherm abnormaal zijn, moet u eerst controleren of er geen signaalkabels loszitten. Probeer vervolgens het scherm handmatig te demagnetiseren. Beweeg de regeltoets , om meteen naar het

OPTIES menu te gaan en kies vervolgens (DEGAUSS).

Instellingen terugstellen

Deze monitor beschikt over drie terugstelmogelijkheden. Stel terug met behulp van de RESET toets.

RESET

Eén enkele instelling terugstellen

Kies de instelling die u wilt terugstellen met de regeltoets en druk op de RESET toets.

Alle instelgegevens voor het huidige ingangssignaal terugstellen

Druk op de RESET toets wanneer er geen menu op het scherm staat.

Merk op dat de volgende zaken niet op deze manier worden teruggesteld:

schermmenutaal (pagina 7)

schermmenupositie (pagina 11)

bedieningsvergrendeling (pagina 11)

Alle instelgegevens voor alle ingangssignalen terugstellen

Hou de RESET toets langer dan twee seconden gedrukt.

Opmerking

De RESET toets werkt niet wanneer (TOETSEN SLOT) op

AAN staat.

12