Technische kenmerken

Voorinstel- en gebruikersmodes

Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt het automatisch afgestemd op één van de tien voorinstelmodes die zijn opgeslagen in het monitorgeheugen om een beeld van hoge kwaliteit in het midden van het scherm te bekomen. (Een lijst van voorinstelmodes vindt u in Appendix.) Bij ingangssignalen die niet overeenstemmen met één van de voorinstelmodes, zorgt de digitale Multiscan-technologie van deze monitor ervoor dat er een helder beeld verschijnt binnen het hele frequentiebereik van de monitor (horizontaal: 30 – 85 kHz, verticaal: 48 – 120 Hz). Als het beeld wordt bijgeregeld, worden de regelingen opgeslagen als gebruikersmode en automatisch opgeroepen wanneer eenzelfde ingangssignaal wordt ontvangen.

Opmerking voor Windows gebruikers

Windows-gebruikers dienen de handleiding van hun videokaart of het functieprogramma van de videokaart te controleren en de hoogst mogelijke refresh rate te selecteren om de monitor optimaal te laten presteren.

Storingzoeken

Raadpleeg dit hoofdstuk alvorens de hulp van een technicus in te roepen voor de oplossing van een probleem.

Als dunne lijnen verschijnen op het scherm (demperdraden)

De lijnen die eventueel op het scherm kunnen verschijnen, zijn normaal voor de Trinitron monitor en wijzen niet op een defect. Dit zijn schaduwen van de demperdraden die het apertuurrooster stabiliseren. Ze zijn het meest zichtbaar op een lichte achtergrond (meestal wit). Het apertuurrooster is een essentieel onderdeel dat een Trinitron-beeldbuis zo uniek maakt omdat hierdoor meer licht het scherm kan bereiken, wat een helderder en gedetailleerder beeld geeft.

Demperdraden

Stroomspaarfunctie

Deze monitor beantwoordt aan de stroomspaarrichtlijnen van VESA, ENERGY STAR, en NUTEK. Als de monitor is aangesloten op een computer of grafische videokaart die compatibel zijn met DPMS (Display Power Management Signaling), wordt het stroomverbruik van de monitor automatisch in drie stappen verlaagd zoals hieronder getoond.

WerkingsstandStroomverbruik1 (aan/uit)

 

 

indicator

 

 

 

normale werking

120 W

groen

 

 

 

1 standby

15 W

afwisselend groen

 

 

en oranje

 

 

 

2 suspend

15 W

afwisselend groen

(sleep)*

 

en oranje

 

 

 

3 active off**

3 W

oranje

(deep sleep)*

 

 

 

 

 

uit

0 W

uit

 

 

 

*“Sleep” en “deep sleep” zijn stroomspaarstanden bepaald door de Environmental Protection Agency.

**Wanneer uw computer in de stroomspaarstand staat, verschijnt MONITOR IS IN DE STROOMSPAARSTAND op het scherm wanneer u een toets op de monitor indrukt. Na enkele seconden schakelt de monitor dan weer over naar de stroomspaarstand.

Schermberichten

Als er geen beeld verschijnt op het scherm, verschijnt één van de volgende berichten op het scherm. Om het probleem op te lossen, zie “Storingen en oplossingen” op pagina 14.

INFORMATIE

 

BUITEN SCAN BEREIK

Ingangssignaal

Toestand

 

BUITEN SCAN BEREIK

 

geeft aan dat de monitor het ingangssignaal niet kan verwerken.

 

GEEN INPUT SIGNAAL

 

geeft aan dat geen signaal wordt ingevoerd.

 

NL

MONITOR IS IN DE STROOMSPAARSTAND

 

geeft aan dat de computer zich in de stroomspaarstand bevindt.

 

Dit bericht verschijnt alleen wanneer uw computer zich in de

 

stroomspaarstand bevindt en u op een toets op de monitor drukt.

 

13