Aanvullende informatie

Verhelpen van storingen

Als u een van de volgende problemen ondervindt bij de bediening van de huisbioscoopsysteem, kunt u deze lijst van controlepunten doorlopen om aan de hand hiervan het probleem te verhelpen. Mocht het probleem onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.

Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.

,Controleer of de luidsprekers en componenten goed zijn aangesloten.

,Druk op MUTING van de afstandsbediening indien de MUTING indicator is opgelicht.

,Controleer of op de versterker de juiste geluidsbron is gekozen.

,Controleer of de juiste aansluitsnoeren zijn gebruikt.

,Er is kortsluiting waardoor het beveiligingscircuit van de versterker werd geactiveerd (“PROTECT” knippert). Schakel de versterker uit, los het probleem dat kortsluiting veroorzaakt op en schakel de versterker vervolgens weer in.

Geluid van links en rechts is verwisseld.

,Kontroleer of de luidsprekers en componenten goed zijn aangesloten.

Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende achtergrondgeluiden.

,Kontroleer of de luidsprekers en componenten goed zijn aangesloten.

,Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of motor en tenminste 3 meter van een TV-toestel of TL-verlichting.

,Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de buurt van een ingeschakelde TV.

,De stekkers en aansluitbussen zijn vuil. Reinig de stekkers en aansluitbussen met een doekje, licht bevochtigd met wat alcohol.

Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.

,Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 16).

,Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op het juiste niveau af (blz. 17).

,Let op dat de akoestiekfunctie is ingeschakeld.

Opmerking

Het Dolby Surround effect is afhankelijk van de gebruikte software en CENTER MODE.

Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.

,Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 16).

,Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op het juiste niveau af (blz. 17).

De subwoofer produceert geen of een zwak geluid.

,Controleer of de subwoofer is aangeschakeld.

,Controleer of de aansluiting correct is uitgevoerd.

Het geluid is plots uitgevallen.

,Controleer of alle aansluitingen correct zijn gemaakt. Contact tussen ontblote luidsprekerdraden aan de luidsprekeraansluitingen kan leiden tot kortsluiting.

Het geluid wordt niet met akoestiek-effect weergegeven.

,Controleer of de akoestiekfunctie wel is ingeschakeld.

Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar.

,Kies de juiste ingang met de TV.

,Kies de juiste ingang voor het component met de versterker.

De afstandsbediening werkt niet.

,Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor g van de versterker.

,Er bevindt zich een obstakel tussen de versterker en de kop van de afstandsbediening.

,Vervang beide batterijen in de afstandsbediening door nieuwe.

,Controleer of u de juiste functie voor bediening van het gewenste apparaat op de afstandsbediening heeft gekozen.

18NL