iPod (CDX-M50IP/MR50IP)

Een iPod afspelen

Door een iPod aan te sluiten op de dockconnector aan de achterkant van het apparaat, kunt u het geluid beluisteren via de luidsprekers van de boot, terwijl u de iPod bedient vanaf het apparaat.

Opmerkingen

Wanneer een iPod is aangesloten op de dockconnector, kunnen er geen bewerkingen worden uitgevoerd op de iPod.

Zet het volume van het apparaat zachter voordat u de iPod aansluit op de dockconnector.

Als u de dockconnector niet gebruikt, kunt u met de bijgeleverde afdekplug voor de dockconnector voorkomen dat er water in de aansluiting komt.

Tracks afspelen

1Sluit de iPod aan op de dockconnector.

De iPod wordt automatisch ingeschakeld en het scherm van de iPod ziet er als volgt uit.

2Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "PD" wordt weergegeven.

"PD 1 PORTABLE" wordt weergegeven en de tracks op de iPod worden automatisch afgespeeld vanaf het laatst afgespeelde punt.

3Druk op (MODE) om de weergavestand te kiezen.

De stand wordt als volgt gewijzigd:

RESUMING t ALBUM t ARTIST t

PLAYLIST

4Pas het volume aan.

Druk op (OFF) om het afspelen te stoppen.

Tips

Wanneer de iPod is aangesloten op de dockconnector, wordt de stand gewijzigd in de stand Resuming. Als u in de stand Resuming op

(3)(Herhalen), (4) (Willekeurige volgorde) of

(5)(Scannen) drukt, gebeurt er niets. Als u de stand Resuming annuleert door op (MODE) of (ALBM) +/– te drukken, kunt u met (3) (Herhalen),

(4)(Willekeurige volgorde) of (5) (Scannen) nu wel de weergavestand wijzigen.

Wanneer de contactsleutel in de ACC-positie is gezet, of het apparaat is ingeschakeld, wordt de iPod opgeladen.

Als de iPod tijdens het afspelen wordt losgekoppeld, wordt het afspelen onderbroken.

Opmerking

Er kan geen extra iPod worden aangesloten met de XA-110IP of XA-120IP.

Displayitems

Track-/album-/artiestennaam, tracknummer, verstreken speelduur, klok

Als u de displayitems wilt wijzigen, drukt u op (DSPL).

Opmerking

Het is mogelijk dat sommige letters die zijn opgeslagen in de iPod niet juist worden weergegeven.

De weergavestand instellenAlbum, artiest of afspeellijst selecteren

1Druk tijdens het afspelen op (MODE).

De stand wordt als volgt gewijzigd:

ALBUM t ARTIST t PLAYLIST

Albums, artiesten en afspeellijsten overslaan

Actie

Toets

Overslaan

(ALBM) +/–

 

[één keer drukken voor elk

 

item]

 

 

Blijven

(ALBM) +/–

overslaan

[ingedrukt houden tot gewenst

 

punt]

 

 

12