De werkingsrichting wijzigen

De werkingsrichting van de bedieningselementen is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt aangegeven.

Verhogen

Verlagen

Als u de bedieningssatelliet rechts op de stuurkolom moet monteren, kan de werkingsrichting worden omgekeerd.

Druk 2 seconden op (SEL) terwijl u deVOL regelaar ingedrukt houdt.

Opmerking

Als u 2 seconden op (SEL) drukt terwijl u de VOL regelaar ingedrukt houdt, verschijnt "NORM" of "REV" in het display.

Met "NORM" kunt u de bedieningssatelliet in de standaardpositie gebruiken.

Met "REV" kunt u de bedieningssatelliet gebruiken als deze aan de rechterzijde van de stuurkolom is gemonteerd.

De geluidskenmerken wijzigen

U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter en het subwoofervolume regelen.

1 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "BAL", "FAD", "LPF" of "SUB" verschijnt.

Als u op (SEL) drukt, wordt het item als volgt gewijzigd:

LOW*1 t MID*1 t HI*1 t

BAL (links-rechts) t

FAD (voor-achter) tLPF (laagdoorlaatfilter)*2*3 tSUB (subwoofervolume)*2*4

*1 Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 24).

*2 Als "SUB" is geselecteerd (pagina 23).

*3 De kantelfrequentie kan worden aangepast, waarbij u kunt kiezen uit 78 Hz, 125 Hz en OFF.

*4 Het volume kan stapsgewijs worden ingesteld op een waarde tussen –10 en +10. Onder –10 wordt "ATT" weergegeven.

2 Druk op de volume +/– toets om het geselecteerde item aan te passen.

Opmerking

Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt geselecteerd.

Het geluid snel dempenDruk op (ATT).

Nadat "ATT-ON" kort is weergegeven, verschijnt "ATT" in het display.

Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume te herstellen.

Tip

Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek binnenkomt (Telephone ATT-functie).

22