4. Gebruik
4.6 Werking op batterij
De apparatuur blijft beveiligd door de UPS als het NORMALE
Overschakelen op batterij
35 |
34 |
LED 34 knippert.
LED 35 brandt.
De buzzer bliept.
De verbruiker wordt gevoed door de batterij.
Alarmgrens einde autonomie batterij
35 |
34 |
LED 34 knippert. LED 35 brandt. De buzzer bliept.
Vooralarmmelding op het display. De batterij is bijna leeg, het is raadzaam om alle verbruikers af te sluiten want de UPS gaat binnenkort uitschakelen.
Einde autonomie batterij
LED 35 brandt.
De buzzer bliept.
De verbruiker wordt niet meer door de UPS beveiligd en krijgt energie van het
35
4.7 Terugkeer van het NORMALE AC-circuit
Na een stroomonderbreking schakelt de UPS automatisch weer in zodra de netaansluiting weer aanwezig is (behalve indien specifiek anders geprogrammeerd).
4.8 Opnieuw inschakelen op batterij
De UPS kan inschakelen bij afwezigheid van het NORMALE
| LED | 34 | knippert. |
| LED | 35 | brandt. |
? | De buzzer bliept. | ||
|
|
| |
| 35 |
|
|
| 34 |
|
|
Let op: deze functie is niet mogelijk na een complete uitschakeling van de spanning op het apparaat.
Pagina 38 - 51030375NL/CB