overeen met 0,1 km/u of 0,1 MPH. Door de toets gedurende 2 seconden ingedrukt te houden stijgt de snelheid sneller.
b. Druk op deze toets om een programma te kiezen uit P1, P2, P3, P4, P5, P6, P7, P8, P9, U1, U2 en U3.
8.SPEED - :
a.Verlaagt de snelheid van 20,0 tot 0,8 km/u (12,5 tot 0,5 MPH) zoals getoond op het scherm SPEED. Eenmaal drukken komt overeen met 0,1 km/u of 0,1 MPH. Door de toets gedurende 2 seconden ingedrukt te houden daalt de snelheid sneller.
b.Druk op deze toets om een programma te kiezen uit P1, U3, U3, U1, P9, P8, P7, P6, P5, P4, P3, P2.
C.Directe Speed toetsen:
Er zijn 6 directe Speed toetsen ingesteld als 4, 6, 8, 10, 12 en 14 km/u of als 2, 3, 4, 5, 6, 7 MPH. De snelheid verandert bij voorbeeld van om het even welke snelheid naar 8 km/u door op de directe Speed toets 8 te drukken.
D. Directe Elevation toetsen:
Er zijn 6 directe Elevation toetsen ingesteld als 0, 2, 4, 6, 8 en 10%. De hellingsgraad verandert bij voorbeeld van om het even welke hellingsgraad naar 4% door op de directe Elevation toets 4 te drukken.
E.Speed Quick-Access toetsen: + : hetzelfde als Speed +
- :hetzelfde als Speed –
F.Elevation Quick-Access toetsen + : hetzelfde als Elevation +
- :hetzelfde als Elevation –
LED-lampjes, Schermen en
Werkingsbereik
De standaardwaarden zijn PROGRAM = Manual (M), TIME = 00:00 (optellend), SPEED = 0,0, DISTANCE
=0,00 (optellend), CALORIES = 0 (optellend), HEART RATE = 0 en ELEVATION = 0
A.2 LED-lampjes:wanneer het lampje HEART RATE brandt wordt de hartslag weergegeven op het scherm HEART RATE / ELEVATION.
Wanneer het lampje ELEVATION brandt wordt de hellingsgraad weergegeven op het scherm HEART RATE / ELEVATION
B.Scherm PROGRAM : toont de informatie in actie die gekozen wordt met de toets SCAN/SELECT. Er kan gekozen worden uit P1 tot P9 en drie gebruikersinstellingen.
C.Scherm TIME : toont de trainingstijd optellend of aftellend. Wanneer de loopband niet in gebruik is en de veiligheidssleutel op ON staat, kan het scherm gekozen worden door op “ENTER” te drukken en dan ingesteld met “+” of “-“. Het optelbereik gaat van 00:00 tot 99:59, het aftelbereik van 10:00 tot 99:00. Na het aftellen tot 00:00 geeft de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.
D.Scherm SPEED : toont de snelheid die de loopband levert. Kan ingesteld worden met de toetsen “SPEED +” en “SPEED –“ van 0,5 tot 12 MPH of van 0,8 tot 20 km/u.
H A N D L E I D I N G • T 3 0
E.Scherm DISTANCE : Toont de afstand optellend of aftellend. Met stilstaande loopband en de veiligheidssleutel op ON, kan deze waarde gekozen worden door op ENTER te drukken en ingesteld met de toetsen SPEED +/- of ELEVATION +/-. Het optelbereik gaat van 0,00 tot 999 MPH/km/u, het aftelbereik van 999 tot 0 MPH/km/u. Na het aftellen tot 0 geeft de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.
F.Scherm KCAL : Toont de calorieën optellend of aftellend. Met stilstaande loopband en de veiligheidssleutel op ON, kan deze waarde gekozen worden door op ENTER te drukken en ingesteld met de toetsen SPEED +/- of ELEVATION +/-.Het optelbereik gaat van 0 tot 999 Kcal, het aftelbereik van 999 tot 0 Kcal. Na het aftellen tot 0 geeft de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.
G.Scherm HEART RATE / ELEVATION : de getoonde waarde is standaard de hartslag en het lampje HEART RATE brandt. Tijdens de instelling verandert het naar hellingsgraad % en brandt het lampje ELEVATION.
Werkingsinstructies
(Lees aandachtig door alvorens het
toestel te gebruiken)
A. Veiligheid:
Om te beginnen: schakel het toestel aan en plaats de veiligheidssleutel op de monitor. Het toestel en de LED-schermen werken niet indien de veiligheidssleutel niet geplaatst is. Het andere uiteinde van de veiligheidssleutel moet vastgeclipt worden aan de gebruiker om ervoor te zorgen dat het toestel stopt indien de gebruiker per ongeluk van de band zou lopen. Bij een val wordt de veiligheidsleutel van de monitor getrokken en stopt de loopband onmiddellijk om verwondingen te voorkomen.
B. Programmakeuze:
Er zijn 12 programma’s, waaronder 9 vooraf ingestelde programma’s en 3 gebruikersprogramma’s waaruit gekozen wordt met de toets SCAN/SELECT.
C. Programmagrafiek:
De grafieken in het scherm PROGRAM geven het snelheidsprofiel weer, maar ook de hellingsgraad verandert tijdens de training. Het scherm bevat 20 kolommen. Indien de waarde TIME niet is ingesteld, duurt elk programma 20 minuten of 1 minuut voor elk interval. Indien de waarde TIME is ingesteld, varieert elk interval. Bij voorbeeld, indien de waarde TIME is ingesteld op 10 minuten aftellend, duurt elk interval 10 minuten gedeeld door 20 intervals (10/20=0,5) of 30 seconden.
D. Trainen met een specifiek doel
In alle programma’s kan de gebruiker de waarden en de tijd instellen voor de training. Druk op de toets “ENTER” om de waarde te selecteren en stel de waarde in met de toetsen SPEED + en SPEED -. Indien geen waarden worden ingesteld blijven ze allemaal op 0. De gebruiker kan zolang lopen als hij wenst. De gebruiker kan ook de gewenste tijd instellen en laten aftellen. Indien bij voorbeeld TIME