ENGLISHFRANÇAIS
NEDERLANDSNEDERLANDS
ENGLISHENGLISH

10
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Bestand

Afdrukken

Afdrukken van de informatie (patroon, grootte, aantal steken, en kleuren) voor het geselecteerde patroon
overeenkomstig de Printerinstelling.

Printerinstelling

Opgeven van de gewenste printerinstellingen.

1

Selecteer een patroon in de “Lijst met beschikbare patronen” of de “Lijst
met geselecteerde patronen”.

2

Klik op [Bestand] en dan [Afdrukken]
in de menubalk of klik op .

Het Afdrukken dialoogvenster verschijnt.

3

Selecteer de gewenste instellingen.

(Afdrukbereik, Aantal enz.)

4

Klik op [OK] om te beginnen met afdrukken.

Klik op [Annuleren] om te stoppen.

Klik op [Eigenschappen] om de printer-eigenschappen te wijzigen.

1

Klik op [Bestand] en dan
[Printerinstelling] in de menubalk.

Het Printerinstelling dialoogvenster verschijnt.

2

Selecteer de gewenste “Papier” en
“Afdrukstand” instellingen.

3

Selecteer de gewenste “Type van
afdruk” en “Afdrukoptie” instellingen.

4

Klik op [OK] om de instellingen te
bevestigen.

Klik op [Annuleren] om te stoppen.

Klik op [Eigenschappen] om de printer-eigenschappen te wijzigen.
Menubalk-opdrachten
Functie
Bediening
De informatie die wordt afgedrukt, verschilt afhankelijk van het patroon dat geselec-
teerd is en de opgegeven Printerinstelling. (Zle Printerinstelling op blz. 10.)
Functie
Bediening
12