16
High Performance Wireless-N router
Linksys E3000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Selecteer Save to MAC Address Filter List (Opslaan
naar filterlijst MAC-adressen) voor elk apparaat dat u
wilt toevoegen aan de filterlijst met MAC-adressen. Klik
vervolgens op Add (Toevoegen).
Klik op Refresh (Vernieuwen) om de gegevens op het
scherm bij te werken. Als u dit scherm wilt afsluiten en terug
wilt keren naar het scherm Wireless MAC Filter (MAC-filter
WLAN), klikt u op Close (Sluiten).
MAC 01-32 Voer de MAC-adressen in van de apparaten waarvan
u de toegang tot het draadloze netwerk wilt beheren.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Wireless (WLAN) > Advanced Wireless Settings (Geavanceerde instellingen WLAN)
Het scherm Advanced Wireless Settings (Geavanceerde
instellingen WLAN) wordt gebruikt om de geavanceerde functies
in te stellen voor de router. Deze instellingen dienen alleen door
ervaren gebruikers te worden aangepast, omdat bij onjuiste
instellingen de prestaties van het draadloze netwerk kunnen
afnemen. In de meeste gevallen kunt u de standaardinstelling
gebruiken.
Wireless (WLAN) > Advanced Wireless Settings (Geavanceerde
instellingen WLAN)

Geavanceerde instellingen WLAN 5 GHz en

2,4 GHz

AP Isolation (AP-isolatie) Hiermee worden alle draadloze
clients en draadloze apparaten in uw netwerk van elkaar
gescheiden. Draadloze apparaten kunnen communiceren
met de router, maar niet met elkaar. Selec teer Enabled
(Ingeschakeld) als u deze functie wilt gebruiken. AP-isolatie is
standaard uitgeschakeld.
Frame Burst (Frame-burst) Met deze optie nemen de
prestaties van uw netwerk toe, afhankelijk van de leverancier
van uw draadloze producten. Als u de optie voor frame-burst
wilt inschakelen, gebruikt u de standaardinstelling Enabled
(Ingeschakeld).
Authentication Type (Verificatietype) De standaardwaarde
is Auto (Automatisch) waardoor Open System-verificatie of
verificatie met een gedeelde sleutel kan worden gebruikt.
Bij Open System-verificatie gebruiken de verzender en de
ontvanger GEEN WEP-sleutel voor de verificatie. Bij verificatie
met een gedeelde sleutel gebruiken de verzender en de
ontvanger wél een WEP-sleutel voor de verificatie.
Basic Rate (Basissnelheid) De instelling Basic Rate
(Basissnelheid) is niet één vaste overdrachtssnelheid, maar een
reeks snelheden waarmee de router kan zenden. (De basissnelheid
is niet gelijk aan de daadwerkelijke gegevensoverdrachtssnelheid.
Als u de gegevensoverdrachtssnelheid van de router wilt
opgeven, configureert u de instelling Overdrachtssnelheid.)
De router geeft de basissnelheid door aan de andere draadloze
apparaten in het netwerk, zodat deze weten welke snelheden
worden gebruikt. D e router zal ook bekendmaken dat deze
automatisch de beste overdrachtssnelheid zal selec teren. De
standaardinstelling is Default (Standaard), waarbij de router kan
zenden met alle draadloze standaard gegevenssnelheden (1-2
Mbps, 5,5 Mbps, 11 Mbps, 18 Mbps en 24 Mbps).
Transmission Rate (Overdrachtssnelheid) De snelheid van
gegevensoverdracht dient ingesteld te worden op basis van
de snelheid van uw draadloze netwerk. U kunt het bereik van
de overdrachtssnelheden selecteren of Auto (Automatisch)
selecteren als u de router de hoogst mogelijke gegevenssnelheid
wilt laten gebruiken en de functie voor automatisch terugvallen
wilt instellen. Met Auto-Fallback (Automatisch terugvallen)
wordt onderhandeld over de beste verbindingssnelheid tussen
de router en een draadloze client. De standaardwaarde is Auto
(Automatisch).
N Transmission Rate (N-overdrachtsnelheid) De snelheid
van de gegevensoverdracht moet worden ingesteld op basis
van de snelheid van uw Wireless-N netwerk. U k unt het bereik
van de overdrachtssnelheden selecteren of Auto (Automatisch)
selecteren als u de router de hoogst mogelijke gegevenssnelheid
wilt laten gebruiken en de functie voor automatisch terugvallen
wilt instellen. Met Auto-Fallback (Automatisch terugvallen)
wordt onderhandeld over de beste verbindingssnelheid tussen
de router en een draadloze client. De standaardinstelling is Auto
(Automatisch).
Transmission Power (Zendvermogen) Selecteer het juiste
niveau zendvermogen: High (Hoog), Medium (Gemiddeld) of
Low (Laag). In de meeste gevallen kunt u de standaardinstelling
High (Hoog) gebruiken.