4
High Performance Wireless-N router
Linksys E3000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Automatische configuratie DHCP
Het type internetverbinding is standaard ingesteld op Automatic
Configuration - DHCP (Automatische configuratie DHCP).
Houd alleen de standaardinstelling aan als uw internetprovider
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) ondersteunt of als
u verbinding maakt via een dynamisch IP-adres. (Deze optie is
meestal van toepassing op kabelverbindingen.)
Internet Connection Type (Type internetverbinding) > Automatic
Configuration - DHCP (Automatische configuratie DHCP)
Vast IP-adres
Als u een permanent IP-adres moet gebruiken om verbinding te
maken met internet, selecteert u Static IP (Vast IP-adres).
Internet Connection Type (Type internetverbinding) > Static IP (Vast
IP-adres)
IP Address (IP-adres) Dit is het IP-adres van de router dat
gebruikers op internet te zien krijgen. U ontvangt het IP-adres
dat u hier dient in te voeren via uw internetprovider.
Subnet Mask (Subnetmasker) Dit is het subnetmasker van de
router dat gebruikers (en uw internetprovider) op internet te zien
krijgen. U ontvangt het subnetmasker via uw internetprovider.
Default Gateway (Standaardgateway) U ontvangt het
gateway-adres via uw internetprovider; dit is het IP-adres van de
server van de internetprovider.
DNS U ontvangt het IP-adres van tenminste één DNS-server
(Domain Name System) via uw internetprovider.
PPPoE
Sommige internetproviders op basis van DSL brengen de
internetverbinding tot stand met gebruik van PPPoE (Point-
to-Point Protocol over Ethernet). Als u een internetverbinding
via een DSL-lijn gebruikt, dient u contact op te nemen met uw
internetprovider om te controleren of PPPoE wordt gebruikt. Als
dit het geval is, schakelt u PPPoE in.
Internet Connection Type (Type internetverbinding) > PPPoE
User Name and Password (Gebruikersnaam en wachtwoord)
Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op die u hebt
ontvangen van uw internetprovider.
Service Name (Servicenaam) (optioneel) Geef de servicenaam
op als u deze van uw internetprovider hebt ontvangen.
Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek:
Max. duur inactiviteit) U kunt de router zo configureren dat
de internetverbinding wordt verbroken na een bepaalde
periode van inactiviteit (maximale duur inactiviteit). Als de
internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt
de router door Connect on Demand (Verbinden op verzoek)
zo ingesteld dat er automatisch weer verbinding tot stand
wordt gebracht wanneer u verbinding met internet wilt
maken. Selecteer de optie Connect on Demand (Verbinden
op verzoek) als u deze optie wilt gebruiken. Voer in het veld
Max Idle Time (Max. duur inactiviteit) het aantal minuten in
waarna de internetverbinding moet worden verbroken. De
standaardwaarde is 5 minuten.
Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden:
Interval voor opnieuw kiezen) Als u deze optie selecteert, wordt
de internetverbinding regelmatig door de router gecontroleerd.
Als de verbinding wordt verbroken, brengt de router automatisch
weer een verbinding tot stand. Selecteer Keep Alive (Continu
verbinding houden) als u deze optie wilt gebruiken. Geef in het
veld Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u
de internetverbinding door de router wilt laten controleren. De
standaardwaarde is 30 seconden.
PPTP
PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) is een service die alleen
van toepassing is op verbindingen in Europa.
Internet Connection Type (Type internetverbinding) > PPTP
Als uw internetprovider DHCP ondersteunt of als u verbinding
maakt via een dynamisch IP-adres, selecteert u Obtain an IP
Address Automatically (Automatisch een IP-adres toewijzen).
Als u een permanent IP-adres moet gebruiken om verbinding te
maken met internet, selecteert u Specify an IP Address (Een IP-
adres opgeven). Configureer daarna het volgende:
Internet IP Address (IP-adres internet) Dit is het IP-adres van
de router dat gebruikers op internet te zien krijgen. U ontvangt
het IP-adres dat u hier dient op te geven, via uw internetprovider.
Subnet Mask (Subnetmasker) Dit is het subnetmasker van de
router dat gebruikers (en uw internetprovider) op internet te zien
krijgen. U ontvangt het subnetmasker via uw internetprovider.
Default Gateway (Standaardgateway) U ontvangt het
gateway-adres via uw internetprovider; dit is het IP-adres van de
server van de internetprovider.
DNS U ontvangt het IP-adres van tenminste één DNS-server
(Domain Name System) via uw internetprovider.