17
High Performance Wireless-N router
Linksys E3000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
CTS Protection Mode (CTS-beveiligingsmodus) De router
maakt automatisch gebruik van de CTS Protection Mode (C TS-
beveiligingsmodus) wanneer uw Wireless-N en Wireless-G
apparaten ernstige problemen ondervinden en niet naar
de router kunnen verzenden in een omgeving met intensief
802.11b-verkeer. Met deze optie kan de router alle Wireless-N
en Wireless-G overdrachten beter opvangen, maar nemen de
prestaties zeer sterk af. Als u deze optie wilt gebruiken, houdt u
de standaardinstelling Auto (Automatisch) aan. Wilt u deze optie
uitschakelen, dan selecteert u Disabled (Uitgeschakeld).
Beacon Interval (Bakeninterval) Een baken is een
pakketbroadcast van de router voor de synchronisatie van
het draadloze netwerk. Geef een waarde op tussen 20-1000
milliseconden. De waarde van het bakeninterval geeft het
frequentie-interval van het baken aan. De standaardwaarde is
100.
DTIM Interval (DTIM-interval) Deze waarde, die tussen 3 en
255 ligt, geeft het DTIM-interval (Delivery Traffic Indication
Message) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld dat de clients
informatie verstrekt over het volgende venster voor het luisteren
naar broadcast- en multicast-berichten. Als er zich broadcast-
of multicast-berichten voor gekoppelde clients in de buffer
van de router bevinden, verzendt de router de volgende DTIM
met een DTIM-intervalwaarde. De clients krijgen de bakens
door en worden geactiveerd. Vervolgens kunnen de clients de
broadcast-berichten en multicast-berichten ontvangen. De
standaardwaarde is 3.
Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel) Deze
waarde geeft de maximale grootte van een pak ket aan voordat
de gegevens over meerdere pakketten worden verdeeld. Als er
zich veel pakketfouten voordoen, kunt u de fragmentatiedrempel
iets verhogen. Als u de fragmentatiedrempel te laag instelt, kan
dat slechte netwerkprestaties veroorzaken. Het is raadzaam
de verlaging van de standaardwaarde tot een minimum te
beperken. In de meeste gevallen kan de standaardwaarde 2346
worden gebruikt.
RTS Threshold (RTS- drempel) Bij een inconsistente
gegevensstroom is het raadzaam de verlaging van de
standaardwaarde 2347 tot een minimum te beperken. Als
een netwerkpakket de vooraf ingestelde RTS-drempel niet
overschrijdt, wordt de RTS/CTS-techniek niet ingeschakeld. De
router verzendt RTS-frames (Request to Send) naar een bepaald
ontvangststation en onderhandelt over het verzenden van een
gegevensframe. Het draadloze station reageert op de ontvangst
van de RTS met een C TS-frame (Clear to Send) ter bevestiging
van het recht de overdracht te beginnen. De RTS-drempel moet
op de standaardwaarde 2347 zijn ingesteld.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Security (Beveiliging) > Firewall
Het scherm Firewall wordt gebruikt voor de configuratie van
een firewall waarmee op het lokale netwerk van de router
verschillende typen ongewenst verkeer kunnen worden
uitgefilterd.
Security (Beveiliging) > Firewall

Firewall

SPI Firewall Protection (SPI-firewallbescherming) Houd
de standaardwaarde Enabled (Ingeschakeld) aan als u een
firewallbescherming wilt gebruiken. Selecteer Disabled
(Uitgeschakeld) om de firewallbescherming uit te schakelen.

Internet Filters (Internetfilters)

Filter Anonymous Internet Requests (Anonieme
internetverzoeken filteren) Met deze functie maakt u het
gebruikers van buitenaf moeilijker uw netwerk binnen te
dringen. Deze optie is standaard ingeschakeld. Schakel deze
optie uit om anonieme internetverzoeken toe te staan
.
Filter Multicast
(Multicast filteren) Met multicasting kunnen
meerdere overdrachten tegelijk naar bepaalde ontvangers
worden verzonden. Als multicasting is toegestaan, kan de router
IP-multicastpakketten naar de daarvoor bestemde computers
doorsturen. Selecteer deze optie om de filter in te schakelen. Deze
optie is standaard uitgeschakeld.
Filter Internet NAT Redirection
(Filter Doorsturen NAT) met
deze functie wordt voorkomen dat een lokale computer via een
URL of internetadres toegang k an kr ijgen tot de lokale server.
Selecteer deze optie om de filter in te schakelen. Deze optie is
standaard uitgeschakeld.
Filter IDENT (Port 113)
(Filter IDENT (poort 113)) De optie
Filter IDENT (Identification) (Filter IDENT (Identificatie)) voorkomt
dat poort 113 wordt gescand door apparaten buiten uw lokale
netwerk. Deze optie is standaard ingeschakeld. Als u deze optie
uitschakelt, kan poort 113 worden gescand.

Webfilters

Proxy Het gebruik van WAN-proxyservers k an ten koste gaan
van de beveiliging van de gateway. Met Denying Proxy (Proxy
niet toestaan) schakelt u de toegang tot WAN-proxyservers uit.
Selecteer deze optie om het filteren van proxy's in te schakelen.
Als u de toegang van proxy's niet wilt filteren, kunt u de selectie
ongedaan maken.