30
High Performance Wireless-N router
Linksys E3000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Administration (Administratie) > Management (Beheer)
De netwerkbeheerder kan het scherm Management (Beheer)
gebruiken voor het beheer van specifieke toegangs- en
beveiligingsfuncties van de router.
Administration (Administratie) > Management (Beheer)

Wachtwoord router

Routertoegang

Ter beveiliging van de router moet u een wachtwoord opgeven
om het browsergebaseerde hulpprogramma van de router te
kunnen openen. Het standaardwachtwoord is admin.
Router Password ( Wachtwoord router) Voer een nieuw
wachtwoord in voor de router.
Re-enter to Confirm
(Opnieuw invoeren ter bevestiging) Voer
het wachtwoord nogmaals in om het te bevestigen.

Toegang voor lokaal beheer

Access via (Toegang via) HTTP (HyperText Transport Protocol)
is het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding
te maken met servers op internet. HTTPS maakt gebruik van SSL
(Secure Socket Layer) voor het versleutelen van gegevens die
worden verzonden, en biedt daarmee een betere beveiliging.
Selecteer HTTP of HTTPS. De standaardwaarde is HTTP.
Access via Wireless (Toegang via WLAN) Als u de router
gebruikt in een openbaar domein waarin u draadloze toegang
verleent aan uw gasten, kunt u draadloze toegang tot het
webgebaseerde hulpprogramma van de router uitschakelen.
U hebt dan alleen toegang tot het webprogramma via een
bekabelde aansluiting. Houd de standaardinstelling Enabled
(Ingeschakeld) als u draadloze toegang tot het hulpprogramma
wilt toestaan. Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) als u de
draadloze toegang tot het hulpprogramma wilt blokkeren.

Toegang voor extern beheer

Remote Management (Extern beheer) Selecteer Enabled
(Ingeschakeld) als u externe toegang tot de router vanaf
het internet (buiten het lokale netwerk) wilt toestaan. In alle
andere gevallen kiest u voor de standaardinstelling Disabled
(Uitgeschakeld).
Access via (Toegang via) HTTP (HyperText Transport Protocol)
is het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding
te maken met servers op internet. HTTPS maakt gebruik van SSL
(Secure Socket Layer) voor het versleutelen van gegevens die
worden verzonden, en biedt daarmee een betere beveiliging.
Selecteer HTTP of HTTPS. HTTP is de standaardinstelling.
Remote Upgrade (Externe upgrade) Als u een externe upgrade
op de router vanaf het internet wilt kunnen uitvoeren (dus van
buiten het lokale netwerk), selecteert u Enabled (Ingeschakeld).
(De functie Remote Management (Extern beheer) moet ook zijn
ingeschakeld.) Behoud anders de standaardinstelling Disabled
(Uitgeschakeld).
Allowed Remote IP Address (Toegestaan extern IP-adres) Als
u toegang tot de router wilt hebben vanaf een extern IP-adres,
selecteert u Any IP Address (Elk IP-adres). Als u een ex tern
IP-adres of een bereik van externe IP-adressen wilt opgeven,
selecteert u de tweede optie en voert u de vereiste gegevens in
de daartoe bestemde velden in.
Remote Management Port (Poort voor extern beheer) Geef
het poortnummer op voor de externe toegang. (Om toegang
te krijgen tot de router moet u het wachtwoord van de router
opgeven.)
OPMERKING: wanneer u zich op een externe
locatie bevindt en de router wilt beheren, t ypt u
http://xxx.xxx.xxx.xxx:yyyy of
https://xxx.xxx.xxx.xxx:yyyy, afhankelijk van of
u HTTP of HTTPS gebruikt. Geef het specifieke IP-
adres voor internet van de router op in plaats van
xxx.xxx.xxx.xxx en geef het nummer van de Remote
Management Port (Poort voor extern beheer) op in
plaats van yyyy.

Geavanceerde functies

SIP ALG Met de functie Session Initiation Protocol (SIP)
Application Layer Gateway (ALG) kunnen SIP-pakketten, die
worden gebruikt voor het Voice over Internet Protocol (VoIP),
de NAT-firewall passeren. Neem contact op met uw VoIP-
serviceprovider voor meer informatie.
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u de SIP ALG-functie voor
VoIP-services wilt gebruiken. Als u de VoIP-service niet gebruikt,
wijzigt u de standaardinstelling Disabled (Uitgeschakeld) niet.
Als uw VoIP-serviceprovider andere NAT Traversal-oplossingen
gebruikt, zoals Session Traversal Utilities voor NAT (STUN),
Traversal Using Relay NAT (TURN) of Interactive Connectivity
Establishment (ICE), houdt u de standaardinstelling
Uitgeschakeld aan.

UPnP

Met Universal Plug and Play (UPnP) kunnen Windows-
besturingssystemen de router automatisch configureren
voor verschillende internettoepassingen zoals games en
videoconferenties.
UPnP Houd de standaardwaarde Enabled (Ingeschakeld)
aan als u UPnP wilt gebruiken. Selecteer anders Disabled
(Uitgeschakeld).