20 NE | VIDEOBEELDEN OPNEMEN (vervolg) |
In-/uitzoomen
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
Inzoomen
Draai de zoomring (SHUTTLE SEARCH) naar “T”.
Uitzoomen
Draai de zoomring (SHUTTLE SEARCH) naar “W”.
●Hoe verder u de zoomring draait, hoe sneller het
Inzoomen
(T: Telephoto (teleopname))
1 xW | T |
|
|
|
| 1 0 xW | T |
|
|
|
| 20xW | T |
|
|
|
| 40xW | T |
Uitzoomen (W: Wide angle (breedhoekopname))
1 0 x WT
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
Zoomwaarde bij benadering
Zoomring
OPMERKINGEN:
●Scherpstellen is soms niet eenvoudig tijdens het
( blz. 54) handmatig vastzetten en vervolgens in- of uitzoomen in de opnamestand.
●U kunt tot 200X inzoomen of overschakelen naar een optische vergroting van maximaal 10X.
( blz. 43)
●Inzoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze en wordt om die reden digitaal inzoomen genoemd.
●De beeldkwaliteit is bij het digitaal inzoomen iets minder.
●U kunt niet digitaal inzoomen als de schakelaar VIDEO/MEMORY op “MEMORY” staat.
●
●Voor andere opmerkingen, blz. 81.
Journalistenopnames
In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken meer
spectaculaire resultaten opleveren dan bij normale opnames. Houd de camcorder in
de gewenste stand
en draai het LCD-
scherm in de juiste richting. Het
Interfaceopnames
De persoon die u filmt, kan zichzelf op het
1) Open het LCD- scherm en draai
het 180º in | Zelfopnames |
bovenwaartse |
|
richting, zodat |
|
het naar voren |
|
wijst. |
|
●Wanneer u het
2)Richt de lens op het onderwerp (uzelf wanneer u zelfopnames maakt) en begin met opnemen.
●Tijdens interfaceopnames worden het beeld en de aanduidingen niet in spiegelbeeld op het scherm weergegeven.