Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM, TAPE en
•Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren” op bladzijde 27.
NEDERLANDS
1
1
SCM De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
SCM OFF BEAT POP SOFT
• Als de
• Als de
Indicatie | Voor: | Vooraf ingestelde waarden | ||
|
| Bas | Treble | Loud |
|
|
|
|
|
SCM OFF | (Vlak geluid) | 00 | 00 | Aan |
|
|
|
|
|
BEAT | Rock- of discoritme | +02 | 00 | Aan |
|
|
|
|
|
POP | Lichte muziek | +04 | +01 | Uit |
SOFT | Rustige achtergrondmuziek | +01 | Uit |
22