Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM” (Sound Control Memory).

De geluidsmodi selecteren en opslaan

Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM, TAPE en CD-wisselaar (en voor externe geluidsbronnen: ALLEEN VOOR KS- FX650R).

Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren” op bladzijde 27.

NEDERLANDS

Link-indicator

1

1

SCM De geluidsmodus van uw keuze selecteren.

Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:

SCM OFF BEAT POP SOFT

• Als de Link-indicator op de display aan gaat (en voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is gekozen - zie bladzijde 27), kan de geselecteerde geluidsmodus voor de desbetreffende afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen. Het effect is meteen op de afspeelbron van toepassing.

• Als de Link-indicator op de display NIET is aan is (en “SCM LINK” is ingesteld op “LINK OFF”), is de geselecteerde geluidsmodus op elke willekeurige afspeelbron van toepassing.

Indicatie

Voor:

Vooraf ingestelde waarden

 

 

Bas

Treble

Loud

 

 

 

 

 

SCM OFF

(Vlak geluid)

00

00

Aan

 

 

 

 

 

BEAT

Rock- of discoritme

+02

00

Aan

 

 

 

 

 

POP

Lichte muziek

+04

+01

Uit

SOFT

Rustige achtergrondmuziek

+01

–03

Uit

22