16
Nederlands

Opnemen

Opnemen op cassette

1Plaats een voor opnemen geschikte cassette in

het cassettedeck.

Leg de cassette in de houder met de bandzijde omlaag en
de op te nemen kant naar voren gericht.

2Druk op de CD/RANDOM

toets of de TUNER/BAND

toets om de op te nemen

geluidsbron te kiezen.

3Breng de geluidsbron in gereedheid voor

opname.

Voor synchroon-opname van een CD
Plaats de op te nemen compact disc (zie blz. 13).
Om bij een bepaald muziekstuk met opnemen te
beginnen, kiest u dat muziekstuk door in de stopstand
enkele malen op de 4 of ¢ toets te drukken.
Om bij een gewenst punt in de muziek met opnemen te
beginnen, speelt u de disc af en pauzeert u de weergave
bij het gewenste punt met een druk op de 3/8 toets.
Voor opnemen van een radio-uitzending
Stem af op de gewenste radiozender (zie blz. 11).

4Druk op de REC opnametoets.

De aanduiding “REC” verschijnt. De
TAPE REC opname-indicator en
8” lichten op en de
opnamerichtings aanduiding gaat
knipperen.

5Druk op de 3/8 toets om met

opnemen te beginnen.

Dan begint het opnemen.
De “8” indicator dooft. De TAPE REC opname-indicator
blijft branden. Tijdens opnemen van een CD licht ook de
aanduiding CD SYNC in het uitleesvenster op.
Om te stoppen met opnemen, drukt u op de 7 stoptoets.
Het afspelen van de gekozen geluidsbron gaat gewoon door.
Opmerkingen:
Tijdens het opnemen kunt u de weergave niet pauzeren of
naar een andere geluidsbron luisteren. Als u dat probeert,
verschijnt de aanduiding “REC ON” in het uitleesvenster.
Het opnemen gaat door tot aan het eind van de
cassetteband of totdat u op de 7 stoptoets drukt, ook al is
het afspelen van de CD al gestopt.
Gebruik van de BEAT CUT radio-ontstoringstoets
Bij opnemen van een radio-uitzending van de MG kan er
door zweving een storende fluittoon klinken. Om dat te
verminderen, drukt u op de BEAT CUT toets van de
afstandsbediening om in te stellen op de stand “BEAT 01” of
“BEAT 02”, welke de storing het best onderdrukt.
BELANGRIJK:
Het opnemen of afspelen van materiaal dat door het
auteursrecht is beschermd, kan onwettig zijn zonder
toestemming van de auteursrechthouder.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld, dus de
stand van de volumeregeling heeft daarop geen invloed.
Anders gezegd, tijdens opnemen kunt u de geluidssterkte
van de weergave geheel naar wens instellen, zonder dat het
enige invloed op de opname heeft.
Tijdens het opnemen kunt u de diverse klankbeelden en/of
de HBS basversterking toepassen op het geluid dat u via de
luidsprekers hoort. Deze effecten (zie blz. 10) worden
echter niet toegepast op het opgenomen geluid.
Als er in uw opnamen erg veel ruis of storing klinkt, kan
het apparaat te dicht bij een TV-toestel staan. Zet dit
apparaat en uw TV-toestel dan iets verder uit elkaar.
Gebruik voor het opnemen alleen Type I normaalband-
cassettes.
Het gebruik van cassettes die langer zijn dan 120 minuten
is af te raden, want de dunne band slijt erg snel en kan
bovendien gemakkelijk uitrekken en in het bandloopwerk
verstrikt raken.
Beveiligen van belangrijke bandopnamen
Cassettes zijn aan de rugzijde voorzien van twee nokjes in de
hoeken, die bestemd zijn om de opnamen te beveiligen tegen
abusievelijk wissen of heropnemen.
Om uw bandopnamen te beveiligen, breekt u het nokje voor
de opgenomen cassettekant uit.
Een aldus beveiligde cassette kunt u weer voor opnemen
geschikt maken door de ontstane opening af te plakken met
een stukje plakband.
RANDOM
CD
TUNER
BAND
of
REC
PLAY/PAUSE
04_01_22_UXM33_E_Nl.p65 8/26/02, 5:23 PM16