31
6.
De M-NET-interface, de voedingseenheid en de ME-afstandsbediening aansluiten
Wanneer u de unit op een systeemafstandsbediening of ME-afstandsbediening aansluit, dient u de transmissieleiding van de
M-NET aan het stuursignaalcontact te koppelen.
Verbind de 2-aderige verbindingsleidingen A met A1/B1 of A2/B2 (ze kunnen op beide worden aangesloten).
Gebruik het S-contact alleen om het afgeschermde deel van elke verbindingsdraad te kruisen wanneer u de verbindings-
draden kruiselings aansluit.
Wanneer u de verbindingsleidingen A en de verbindingsleidingen van de ME-afstandsbediening B aan het aansluitpaneel
bevestigt, hoeft u niet op polariteit te letten.
Als de draden van de verbindingsleidingen A
niet kruiselings zijn aangesloten Als de draden van de verbindingsleidingen A
kruiselings zijn aangesloten
1Afscherming
2Verbindingsleidingen A
(M-NET-transmissiedraad)
3ME-afstandsbediening
(alleen wanneer nodig)
Grootte van blote draad
Zet de draden stevig vast met de snoerklem (groot) en de kabelbeugels nadat u de
bedrading heeft voltooid.
Voorzichtig
Elektrische werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de relevante technische normen voor
elektrische apparatuur en de normen voor binnenbedrading.
Verbindingsbedrading en de bedrading van de afstandsbediening moeten zich zo ver mogelijk uit de buurt van
andere elektrische bedrading bevinden. Als u ze te dicht bij elkaar plaatst, kan een storing optreden.
A1B1 A2 B2 S
2
3
A1B1 A2 B2 S
22
3
1
Als de draden van de verbindingsleidingen
A niet kruiselings zijn aangesloten Als de ME-afstandsbediening ge-
bruikt wordt
Als de draden van de verbindingsleidingen A
kruiselings zijn aangesloten
1
42
1
5
4
1
2
4
3
1
4
2
1Schroeven
2Snoerklem (groot)
3Snoerklem (klein)
4Kabelbeugels
5Knip de inkepingen met een tang in.
Zorg dat het snijoppervlak geen oneffen randen heeft.
Hierdoor kan de verbindingsdraad beschadigd raken.