■ Instelling van de ventilatorsnelheid |
• Druk op 4 om te selecteren: |
Naast de 5 instelbare ventilatorsnelheden is er |
tevens een automatische stand. |
AUTO |
FAN – Verwarming |
Wanneer de temperatuur van de |
uitgeblazen lucht stijgt, neemt de |
snelheid van de ventilator toe. |
Koeling ● Drogen |
De ventilatorsnelheid varieert om zo een |
koel briesje te creëren. De ventilator |
start ongeveer 40 seconden na het |
begin van koeling of ontvochtiging. |
●Opmerkingen
•Tijdens Koeling en Ontvochtiging dient de louver niet gedurende een langere periode naar beneden gericht te staan. Condensvorming kan optreden op de uitlaatopening.
•Gebruik de afstandsbediening voor het veranderen van de
■Instelling van de horizontale luchtstroomrichting
• Druk op 6 om te selecteren:-
●Opmerking
•Indien de airconditioner voor langere tijd niet wordt gebruikt, schakel de hoofdstroomtoevoer uit. Blijft het apparaat op AAN staan, dan zal ongeveer 2,8W elektriciteit verbruikt worden zelfs al is de
•Als apparaat is gestopt, en direkt daama opnieuw aangezet, zal het pas na 3 minuten zijn functie hervatten.
●Informatie over het gebruik COOL – Koelen
■ Instelling van de verticale luchtstroomrichting |
• Druk op 5 om te selecteren:- |
AUTO
AUTO • Voor KOELEN/DROGEN. |
|
| • Om de kamertemperatuur in te stellen op een |
Binnenunit |
| comfortabel koel niveau. |
|
| |
Horizontale |
| AUTO – Automatische bedieningsfunctie |
luchtstroom |
| |
| • Voel de binnentemperatuur om de optimale stand te | |
Afstands- | AUTO | |
bediening |
| selecteren. |
|
| • De temperatuur wordt op de afstandsbediening niet |
|
| weergegeven tijdens de automatische werking. |
Automatisch op en neer. |
AUTO • Voor VERWARMEN |
Wanneer de temperatuur van de |
uitgestoten lucht laag is, zoals aan het |
begin van de verwarmingsfunctie, dan |
wordt de lucht in horizontale richting |
geblazen. Wanneer de temperatuur |
stijgt, wordt de hete lucht neerwaarts |
geblazen. |
●Diverse instellingen van de louvers
AUTO | • Voor KOELEN/DROGEN. |
|
| Louvers bewegen met een vaste |
|
| snelheid. |
|
| • Voor VERWARMEN (HEAT functie) |
|
AUTO |
| |
| Als de kamertemperatuur laag is, dan | |
| zal de lucht geblazen worden in | . |
Als de temperatuur verhoogt, dan zal de klep horizontaal zwenken aan een vaste snelheid.
●Gebruik dit klimaatregelingstoestel in de volgende omstandigheden:
DRY – Ontvochtigingsfunctie
•Ontvochtigt terwijl ingestelde temperatuur gehandhaafd blijft. Het gebruik van deze functie wordt aanbevolen tijdens het voor- en najaar.
•Als kamer temperatuur boven ingestelde temperatuur komt, schakelt deze functie naar koeling.
•De ventilatorsnelheid is zeer laag gedurende de ontvochtigingsfunctie.
•Het is mogelijk dat de vochtigheid niet vermindert wanneer de binnen temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
NEDERLAND
Verwarming
Koeling, Circulatie | Ontvoch- tiging |
Ongeveer 30°
Ongeveer 30°
• | De diverse instelmogelijkheden |
| verschillen voor iedere |
| bediening: o.a. verwarming, |
| koeling en ontvochtiging. (Fig. |
| links) |
• | De stand aangegeven op de q |
| afstandsbediening verschilt met |
| die op de |
• | De louverstand verandert |
| automatisch om condensatie te |
| voorkomen gedurende koeling |
Eenheden in °C
DBT:Droge bol temperatuur |
| Binnen | Buiten | ||
|
|
|
| ||
WBT:Natte bol temperatuur | DBT | WBT | DBT | WBT | |
|
| ||||
|
|
|
|
|
|
32 | 23 | 43 | 26 | ||
(30) | (24) | (18) | |||
|
|
|
|
|
|
16 | 11 | 16 | 11 | ||
(2) | |||||
|
|
|
|
|
|
HEAT – Verwarmingsfunctie
•Om de kamer op te warmen tot op het niveau van de insteltemperatuur die uw voorkeur geniet.
•Om de kamer te verwarmen wordt warmte uit de buitenlucht onttrokken. Wanneer de temperatuur van de buitenlucht daalt, kan het zijn dat het verwarmingsvermogen van het toestel beperkt blijft. We raden u aan gebruik te maken van een extra verwarmingstoestel wanneer de temperatuur van de buitenlucht laag is.
Ongeveer 60°
en ontvochtiging. |
• Zodra de bediening stopt, sluit |
de louver automatisch. |
FAN – Ventilatiefunctie
• | Circuleert lucht door gehele kamer. |
• | Zuivert en verwijdert geurtjes uit de lucht met het |
| luchtzuiveringsfilter. Ventilatiefunctie is aanbevolen |
| gedurende seizoenen waar noch verwarming noch |
| koeling wordt gebruikt. |
∗Er kunnen 5 stappen worden ingesteld.
46