Bedieningsorganen
207
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
Bedieningsorganen

Frontpaneel

1.
[Power On]-schakelaar
Hiermee schakelt u het instrument in en uit (blz. 211).
2.
[Volume]-regelaar
Hiermee stelt u het algemene volume in (blz. 211).
3.
[Brilliance]-regelaar
Hiermee bepaalt u de helderheid van het geluid
(blz. 211).
4.
[Demo]-knop
Hiermee start u een demonstratie van de beschikbare
klanken en bepaalde functies (blz. 214).
5.
[ (hoofdtelefoon)]-indicator
Deze indicator licht op, wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit (blz. 210).
6.
[Transpose]-knop
Hiermee transponeert u het klavier (blz. 219).
7.
[Split]-knop
Hiermee verdeelt u het klavier in een linker en rechter
helft. Dat betekent dat u twee verschillende klanken kunt
gebruiken (blz. 221). Door deze knop samen met de [Cho-
rus]-knop in te drukken hebt u bovendien toegang tot bij-
komende functies (blz. 229~233, blz. 235~236).
8.
[Chorus]-knop
Zorgt voor een voller geluid (blz. 218).
9.
[Grand Space]-knop
Hiermee voorziet u het geluid van meer diepte (blz. 217).
10.
[Dynamic Emphasis]-knop
Maakt het geluid levendiger en sprankelender (blz. 218).
11.
[Reverb]-knop
Voorziet het geluid van galm (blz. 218).
Piano Resonance
12.
[Key Off]-knop
Hiermee activeert u het (bij)geluid dat bij het loslaten van
een toets optreedt (blz. 215).
13.
[String]-knop
Hiermee simuleert u de resonanties van de snaren die tij-
dens het spelen op een akoestisch instrument optreden
(blz. 215).
14.
[Damper]-knop
Hiermee voorziet u het geluid van de typische resonan-
ties die bij gebruik van het demperpedaal optreden
(blz. 216).
15.
[Acoustic Layering]-knop
Hiermee voegt u een tweede geluid toe aan de piano-
klank. De betreffende geluiden passen bijzonder goed bij
piano (blz. 219).
16.
Tone-knoppen
Hiermee kiest u de klank(en) die u via het klavier kunt
bespelen (blz. 215).
17.
Display
Het display houdt u op de hoogte van verschillende
instellingen, bv. de klankvariatie, het songnummer en het
tempo. In de regel ziet het er zoals hierboven getoond uit.
18.
[Song/Tempo]-knop
Hiermee selecteert u een intern stuk (blz. 213, 224).
Door deze knop herhaaldelijk in te drukken zorgt u dat
afwisselend het tempo en het nummer van het gekozen
stuk (met een S. ervóór) worden afgebeeld. Als de indi-
cator groen oplicht, wordt het tempo afgebeeld. Is hij
rood, dan toont het display het stuknummer.
19.
[–][+]-knoppen
Hiermee kunt u de waarde van bepaalde functies wijzi-
gen.
Druk [+] en [] samen in om weer de oorspronkelijke
waarde voor de geselecteerde functie te kiezen.
20.
[Metronome/Count In]-knop
Hiermee schakelt u de metronoom in/uit (blz. 222). Er is
tevens een aftelfunctie, die enkele tellen vóór het begin
van een stuk te horen is. Zo weet u perfect wanneer u
moet beginnen spelen (blz. 224).
TRACK
21.
[Left]-knop
Laat toe om een andere Recorder-partij te kiezen
(blz. 225, 227~228).
Bij de interne stukken kunt u met deze knop de partij van
de linkerhand uitschakelen. Deze knop en de [Right]-
knop gaan we verderop de spoorknoppen noemen.
4
32 5
92010 11 16 19
618
23
21
24 25 26 27
22
12 13 14 15
78 17
1
Power On