NEDERLANDS

Rover Mowers Ltd

ABN 11 000 257 303

IN WERKING STELLEN (vervolg)

GRAS MAAIEN EN OPVANGEN

Zie en volg de instructies in de veiligheidsmaatregelen die in deze en geassocieerde handleidingen genoteerd zijn.

WAARSCHUWING

Monteer de Grasvagen op de maaier (zie “Montage” sectie).

Start de motor en stel de snelte van de motor op snel () op de regelklepcontrole

Regel de maaier tot de gewenste maaihoogte (zie “Regeling van de Maaihoogte”).

Stuur de maaier naar voren door het gras totdat de grasvanger gevuld is.

Stop de motor, verwijder de grasvanger en gooi het gemaaide gras weg.

Herhaal dit proces.

Het is belangrijk om grote motorsnelheid te handhaven, om de beste resultaten in maaien en vangen te krijgen, daarom moet u de snelheid van de maaier regelen.

Als de hoogte of de dichtheid van het gras te groot is (om in het begin een grote motorsnelheid te handhaven) dan moet u eerst het gras op een hogere setting maaien, en daarna pas op de gewenste hoogte.

De messen moeten geregeld verwisseld worden om een scherpe snede te handhaven.

De maas in de grasbak moet altijd schoon gehouden worden zodat de grasbak goed gevuld kan worden.

De onderkant van de maaierdek moet altijd schoon gehouden worden en vrij van grasafval.

DE OPTIE ZELF-RIJDENDE MAAIER

Hoe de zelfvoortdrijvende Transmissie te gebruiken

Start de motor en zet de snelheid van de motor op snel.

Duw vooruit op de hefboom van de koppeling om de zelfvoortdrijvende drive aan de achterwielen te koppelen. Let er op dat de snelheid groter wordt naarmate u de hendel dichter bij het handvat beweegt. (zie figuur 9).

Houd de hendel op de gewenste snelheid en maai langzamer of vlugger volgens de condities die u vindt.

Om de zelfvoortdrijvende drive los te maken moet u de hefboom losmaken en dit tot de vrije positie laten terugkomen.

Voor de veiligheid laat de hendel voor zelf-rijden los en duw de machine wanneer u van richting verandert of wanneer u in een nauwe ruimte maait.

9

ONDERHOUD

AANTEKENING: Het merendeel van problemen met maaimachines betreft de volgende zaken:

-Vuil of verontreiniging in de brandstof

-Een onjuist olieniveau in de motor

-Een verstopt, beschadigd of onjuist geplaatst luchtfilter

-Verkeerd onderhouden messen

(Zie het onderhoudgedeelte van deze handleiding en de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de motor voor bijzonderheden)

 

 

Overtuigt u zich er altijd van dat het gereedschap in een goede gebruiksstaat verkeert.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik geen gereedschap dat versleten of beschadigde onderdelen heeft.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak te allen tijde gebruik van originele Rover reserve onderdelen bij vervanging.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Probeer nooit onderhoudswerkzaamheden die niet omschreven staan in deze handleiding. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde bevoegde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rover onderhoudsdealer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voordat u enig onderhoud aan de maaimachine pleegt, overtuigt u zich ervan dat de motor stil staat en verwijder het kabel van de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bougie.

 

 

 

 

 

 

 

WAARSCHUWING

Voor de Powerstart uitvoering: voordat u enig onderhoud aan de maaimachine gaat beginnen, verwijder de sleutel uit het contactslot.

 

 

 

 

 

 

 

 

Alle bechermingsplaten, messen, grasvangers en veiligheidslabels, als deze versleten of beschadigd zijn, moeten vervangen worden

 

 

 

 

 

 

 

door de originele Rover onderdelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij het vervangen van messen en de mesbevestiging, maak gebruik van complete sets voor een goede balans.

 

 

 

 

Verwijder aangekoekt grasafval rondom het uitlaatgedeelte om te voorkomen dat er brandgevaar ontstaat.

Gebruik de handleiding van de fabrikant van de motor en houdt u zich aan de aanwijzingen.

Zorg ervoor dat er geen vuil of verontreiniging komt in de benzinetank, de olie vulbuis, de behuizing van het luchtfilter, de carburator of de opening voor de bougie.

Overtuigt u zich ervan dat er geen grasafval aankoekt in de ventilatiegaten naast het terugloop startmechanisme. Als deze ventilatiegaten niet schoon zijn kan de motor oververhit raken en beschadigen.

Gebruik geen hogedruk reiniging om de maaier te wassen en zorg dat er geen water komt bij de motor en de elektrische onderdelen.

Als u de maaimachine kantelt moet de bougie in de hoogste positie blijven om te voorkomen dat er olie in het luchtfilter en/of in de

VOORZICHTIG

uitlaat lekt.

Om te voorkomen dat er brandstof uit de tank lekt bij het kantelen van de maaimachine, zorg er voor dat er weinig benzine in de tank zit of dat deze leeg is.

Zorg ervoor dat de maaimachine droog en schoon is en dat deze opgeslagen wordt op een goed geventileerde plaats.

61

Powered Walk Behind Mower - CE

Part No. 04016218 Rev F

© Copyright 10/2005

 

 

 

 

Page 64
Image 64
Rover 51, 61, 80 owner manual Onderhoud, Gras Maaien EN Opvangen, Hoe de zelfvoortdrijvende Transmissie te gebruiken