24
Utiliteitsfunctie

Deze functie kunt u gebruiken voor algemene instellingen voor de AG-Stomp, zoals een voet-

schakelaar, MIDI, externe regelaars, EXP.PEDAL aansluiting enz.

* In het volgende stuk wordt met de afkorting [FR 1] verwezen naar de [FEEDBACK REDUCTION 1] toets enz.

Over de utiliteitsfunctie

Druk in de speelfunctie op de [UTILITY] toets om de
utiliteitsfunctie in te schakelen (het lampje gaat aan).
Druk in de utiliteitsfunctie op de [UTILITY] toets om terug
te keren naar de speelfunctie (het lampje gaat uit).
Druk op de voet-schakelaar die u wilt instellen (het
lampje licht op) en gebruik de [UP]/[DOWN] toetsen
om een van de volgende mogelijkheden in te stellen.
oFF :
MIDI gegevens worden niet overgebracht.
1-32, 64-95 : Het over te brengen bedienings-
wijzigingsnummer.
Overbrengen van bedieningswijzigingswaar-
den wanneer de schakelaar uit staat.
Hiermee kunt u de MIDI bedieningswijzigingswaar-
de die wordt overgebracht wanneer de voet-
schakelaar uit staat instellen. (Alleen mogelijk
wanneer de voet-schakelaar functie op “EFF” is
gezet.)
Druk op de [FR 2] toets om de op dit moment
ingestelde waarde op het display te laten tonen.
Druk op de voet-schakelaar die u wilt instellen (het
lampje licht op) en gebruik de [UP]/[DOWN] toetsen
om de volgende mogelijkheid in te stellen.
0-127 : De over te brengen bedieningswijzi-
gingswaarde.
Overbrengen van bedieningswijzigingswaar-
den wanneer de schakelaar aan staat.
Hiermee kunt u de MIDI bedieningswijzigingswaar-
de die wordt overgebracht wanneer de voet-
schakelaar aan staat instellen. (Alleen mogelijk
wanneer de voet-schakelaar functie op “EFF” is
gezet.)
Druk op de [FR 3] toets om de op dit moment
ingestelde waarde op het display te laten tonen.
Druk op de voet-schakelaar die u wilt instellen (het
lampje licht op) en gebruik de [UP]/[DOWN] toetsen
om de volgende mogelijkheid in te stellen.
0-127 : De over te brengen bedieningswijzi-
gingswaarde.

MIDI functies

Druk op de [UTILITY] toets en zet de MIC TYPE
keuzeschakelaar op CONDENSER 2 (op het display
verschijnt “mmd”).
Maak een MIDI programmawijzigingen
ontvangsttabel aan
Stel de patch in die zal worden opgeroepen wanneer
er een MIDI programmawijzigingsnummer (hierna
PRG No. te noemen) wordt ontvangen.
In de utiliteitsfunctie kunnen geen MIDI
gegevens worden ontvangen. Gebruik de
speelfunctie om MIDI gegevens te ontvangen.
Individuele instellingen in de utiliteitsfunctie
worden opgeslagen wanneer de utiliteitsfun-
ctie geannuleerd wordt.
In de Utiliteitsfunctie kunt u de volgende vijf functies
instellen. Gebruik de MIC TYPE keuzeschakelaar
om de gewenste functie te kiezen.
1: Voet-schakelaar functies
2: MIDI functies
3: Instellingen externe regelaars
4: EXP.PEDAL instellingen
5: Feedback reductie bedieningsfunctie

Voet-schakelaar functies

Druk op de [UTILITY] toets en zet de MIC TYPE
keuzeschakelaar op CONDENSER 1 (“F.S” zal op
het display verschijnen).
Selecteer de voet-schakelaar functie
Druk op de [LIMITER] toets en gebruik de [UP]/
[DOWN] toetsen om de functies voor de voet-
schakelaar (1-3) in te stellen.
PrG :Schakel naar een andere patch met de
voet-schakelaar.
EFF :Schakel effecten aan/uit met de voet-
schakelaar.
Schakelaar 1: Begrenzer
Schakelaar 2: Chorus/Vertragingseffect
Schakelaar 3: Nagalm-effect
Overbrengen van bedieningswijzigingsnummers.
Hiermee wordt het MIDI bedieningswijzigingsnum-
mer ingesteld dat zal worden gegenereerd wanneer
de voet-schakelaar wordt gebruikt. (Alleen mogelijk
wanneer de voet-schakelaar functie op “EFF” is
gezet.)
Druk op de [FR 1] toets om de op dit moment
ingestelde waarde op het display te laten tonen.