7
uio !0!1!2
Benamingen
Effect-gedeelte (Raadpleeg [Effectfuncties en parameters] op bladzijde 21)

!3 Begrenzingstoets (LIMITER)

Hiermee kunt u de begrenzer aan (lampje aan) of
uit (lampje uit) zetten.

!4 Niveau-instelling (LEVEL)

Hiermee kunt u de diepte van de begrenzer instellen.
Draai het knopje naar rechts om het effect te
vergroten.
*Als u “0” instelt, heeft de begrenzer geen effect.

uKeuzeschakelaar voor het soort microfoon

(MIC TYPE)

Hiermee kunt u een microfoon simulator kiezen.
In de Utiliteitsfunctie wordt deze knop gebruikt om
de functie die u wilt instellen te kiezen, zoals
Voetschakelaar of MIDI functies enz.

iMengknop (BLEND/STEREO)

Hiermee bepaalt u de balans tussen het volume van
het door de gitaar zelf geproduceerde geluid en dat
van de microfoonsimulator. ( bladzijde 15)
In de SHIFT stand wordt deze knop gebruikt voor
de stereo-instelling van de microfoonsimulator. (
bladzijde 15)

oVolume (VOLUME)

Hiermee kunt u het absolute volume regelen van
de met de toonregelaars ingestelde weergave.
*De stand van de VOLUME knop wordt opgeslagen in het
geheugen.

!0 Toonregeling

(BASS, MIDDLE, TREBLE, PRESENCE)

Hiermee regelt u het geluidsniveau van de diverse
toonsoorten.
In de SHIFT stand kunt u hiermee de kernfrequentie
van de bijbehorende toonregeling bepalen. (
bladzijde 14)

!1 Uitgangsniveau-regelaar (OUTPUT)

Hiermee kunt u het niveau regelen van het signaal
dat via de uitgangsaansluitingen van de AG-stomp
(OUTPUT, PHONES) wordt geproduceerd.
*De stand van de OUTPUT knop wordt niet opgeslagen in het
geheugen.

!2 SHIFT toets

Met deze toets schakelt u de SHIFT stand in waarin
u stereo-instelling van de microfoonsimulator en de
kernfrequenties voor de toonregeling kunt instellen.
( bladzijde 14 en 15)
Voorversterker-gedeelte!5!4 !6 !7 !9 @0 @1 @3!8 @2!3