Motor-Informatie
Olie
1.Controleer het oliepeil regelmatig en na elke vijf gebruiksuren.
2.Vul de olie bij indien noodzakelijk om het oliepeil op de aanduiding FULL op de peilstok te houden.
3.Gebruik SAE 30 vier takt van goede kwaliteit.
4.Olie bijvullen:
a)Verwijder de oliedop. (D1)
b)Vul de tank tot de aanduiding FULL op de peilstok wordt bereikt.(D2)
5.Ververs de olie na de eerste vijf gebruiksuren; vervolgens dient de olie na elke 25 gebruiksuren te worden ververst.
6.Ververs de olie altijd als de motor warm is, maar niet heet - voer echter nooit onderhoud aan de machine uit als de motor heet is.
Benzine
1.Gebruik nieuwe, standaard loodvrije benzine of Aspen.
2.Vul de benzinetank nooit bij als de motor heet is.
3.Bij het vullen van de benzinetank mag niet worden gerookt.
4.Vul de benzinetank nooit met lopende motor.
5.Veeg eerst alle gras en vuil van de dop van de
benzinetank voordat u deze verwijdert om te voorkomen dat er vuil in de tank komt. (E1)
6.U wordt aanbevolen om de benzine door een trechter met een filter in de tank te gieten.(E2)
7.Verwijder alle gemorste brandstof voordat de motor wordt gestart.
*NL: Aspen is een milieu vrien delyke brandstof met vele voordelen. Informeer by uw dealer
Let op: Verplaats de machine uit de buurt van het gebied waar de brandstof wordt bijgevuld voordat u de maaimachine weer start.
Starten - De Motor Voorpompen
Let op: Voordat de motor voor het eerst wordt gestart,
dient u olie en benzine bij te vullen zoals beschreven in de bovenstaande sectie Olie en benzine.
Als u met een warme motor start, is het gebruik van de opvoerpomp gewoonlijk overbodig. Bij koudere temperaturen moet de pomp soms wel worden gebruikt.
De motor voor het eerst starten
1.Duw de gashendel in de stand FAST ‘+’, zoals wordt getoond in de sectie Gebruik: aan- en afzetten.
2.Duw de opvoerknop (F) vijf keer diep in.
3.Volg de instructies in de sectie Gebruik: aan- en afzetten.
4.Als de motor na drie pogingen met het starterkoord nog niet loopt, dient u de opvoerknop nog eens drie keer in te drukken en vervolgens het bovenstaande
punt 3 te herhalen.
De motor starten in het vervolg
1.Duw de gashendel in de stand FAST ‘+’ en duw de opvoerknop drie keer diep in voordat u de motor start. (Als de machine zonder brandstof is komen te staan, dient u de tank bij te vullen en de opvoerknop drie keer in te drukken.)
Gebruik: Aan- En Afzetten
Aan- en afzetten - R 50S
Aanzetten
1.Sluit de bougiekabel aan.
2.Schu if de gashendel in de stand FAST ‘+’ voordat de machine wordt gestart (G1).
3.Knijp de
4.Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en
trek de hendel vervolgens helemaal tot het uiterste naar u toe. (G3)
5.Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u
de maaimachine gebruikt.
De aandrijving inschakelen
1.Met gebruik van de hendel van de Powerdrive, die zich bovenop de handgreep bevindt (G4), wordt de voorwaartse aandrijving in- en uitgeschakeld.
2.Door de
voorwaartse aandrijving automatisch uitgeschakeld.
Stoppen
1.Laat de
2.Laat de
Aan- en afzetten - R 50SE
Aanzetten
1.Volg stap 1 t/m 3 van de R 50S.
2.Draai de sleutel om en houd hem in deze stand totdat de motor start (H). Zodra u de sleutel loslaat, springt deze weer in de oorspronkelijke positie terug.
3.Als de motor niet aanslaat met de sleutel, kan het zijn dat de accu moet worden opgeladen.
J1 - Snelheidshendel
De aandrijving inschakelen - zie R 50S
De snelheid wordt bepaald met gebruik van de snelheidshendel (J).
Stoppen - zie R 50S
Let op: U kunt uw R 50SE ook met de hand starten door stap
1 t/m 5 in Aan- en afzetten - R 50S
te volgen.
Alleen voor machines met startsleutel - de accu
wordt tijdens het maaien opgeladen door de motor.
Aan- en afzetten - R 50S/BBC
(BBC - Blade, Brake, Clutch, ofwel ‘maaimes, rem, koppeling’ (SRK)
1.Volg stap 1,2, 4,5 van de R 50S.
2.Trek de
3.Houd de
besturingshefboom naar voren totdat u een klik hoort (K2).
4.Laat de
5.Als de
maaimes met ronddraaien.
Let op:
Als u de motor gedurende langere tijd laat lopen zonder dat het snijmes draait, kan de motor oververhit raken.
De aandrijving inschakelen - zie R 50S
De snelheid wordt bepaald met gebruik van de snelheidshendel (J).
Stoppen
1.Laat de
2.Laat de
3.Zet de gashendel vervolgens in de stand
NEDERLANDS - 3