Basisbediening—RX-E5S/RX-E51B

Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.

Instellen van de audiopositie van de subwoofer

Indien het geluid van de subwoofer voor stereoweergave in vergelijking met multikanaal gereproduceerd geluid te veel wordt versterkt, dient u de audiopositie voor de subwoofer in te stellen. Het subwooferuitgangsniveau wordt automatisch verlaagd met de gekozen waarde wanneer u stereogeluid beluistert.

De AUDIO P. indicator licht op wanneer deze functie is geactiveerd.

De instelling wordt nadat u deze eenmaal heeft gemaakt voor iedere bron vastgelegd.

ALLEEN met de afstandsbediening:

Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op

A.POSITION.

Door iedere druk op A.POSITION verandert het niveau voor de audiopositie voor de subwoofer als volgt:

AUDIO P. indicator

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EQ C.TONE

VIRTUAL SB AUDIO P. BASS

TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE

LPCM

L

C

R

 

PL

ATT

DOLBY D

S . WFR LFE

NEO : 6

HP

DTS AAC

 

 

 

 

 

DSP 3D

MHz

LS

SB

RS

96 / 24

AUTO SR

kHz

 

 

 

 

 

 

 

 

 

—2 —4 —6

OFF (Geannuleerd)

Door een lager nummer wordt het niveau automatisch meer verlaagd bij weergave van een stereobron.

Kies “OFF” (fabrieksinstelling) indien u de audiopositie niet wilt instellen.

OPMERKINGEN

Het maximale uitgangsniveau voor de subwoofer is –10 dB. Bijv.: Indien het uitgangsniveau voor de subwoofer op “–8 (dB)”

en de audiopositie van de subwoofer op “–4 (dB)”, is gesteld, zal het uitgangsniveau voor de subwoofer bij weergave van een stereobron –10 dB zijn.

Zie bladzijde 23 voor het instellen van het subwooferuitgangsniveau.

Deze functie is niet beschikbaar indien een Surround-/DSP- functie is geactiveerd.

Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.

Activeren van TV Direct

Met TV Direct kunt u deze receiver als AV-keuzepaneel gebruiken

wanneer de receiver is uitgeschakeld.

Met TV Direct geactiveerd worden de signalen van het beeld en geluid van de videocomponenten, bijvoorbeeld een DVD-speler, via dit toestel naar de TV gestuurd. U kunt dankzij deze functie de videocomponenten en de TV, alsof ze direct zijn verbonden, gebruiken.

Deze functie heeft effect op de volgende bronnen—DVR/DVD, VCR en VIDEO.

Volg de hieronder beschreven stappen voor het activeren (of uitschakelen) van TV Direct:

1Druk op TV DIRECT.

Alle aanduidingen doven en vervolgens licht het bronlampje van de huidige bron groen op.

2Schakel het videocomponent en de TV in.

3Kies het videocomponent dat u voor weergave wilt gebruiken.

Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:

Draai SOURCE SELECTOR totdat een van de bronlampjes—DVR/DVD, VCR of VIDEO— groen oplicht.

Met de afstandsbediening:

Druk op een van de bronkeuzetoetsen— DVR/DVD, VCR of VIDEO.

Het bronlampje van de gekozen bron licht groen op.

Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van de

receiver, drukt u op STANDBY/ON op het voorpaneel (of AUDIO van de afstandsbediening).

De receiver wordt nu uitgeschakeld en het standby lampje licht op.

Voor het annuleren van TV Direct en inschakelen van de

receiver, drukt u nogmaals op TV DIRECT.

De receiver wordt nu ingeschakeld en het bronlampje van de huidige gekozen bron licht rood op.

OPMERKINGEN

Met TV Direct geactiveerd kunt u geen gebruik maken van de door dit receiver geproduceerde geluidseffecten en kunnen de op dit toestel aangesloten luidsprekers niet worden gebruikt.

U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd. (Zie tevens de bij de TV en videorecorder geleverde gebruiksaanwijzingen voor details aangaande T-V LINK).

14