Introductie van de DSP-functies

Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, etc. bestaat uit het directe geluid en het indirecte geluid—de snelle reflecties en reflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluid bereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirecte geluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot het plafond en de muren. Deze directe en indirecte geluiden zijn de belangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten. De DSP-functie kan deze belangrijke elementen aan het geluid toevoegen zodat u het gevoel krijgt dat u werkelijk bij de “live- uitvoering aanwezig” bent.

Reflecties via achterkant

Snelle reflecties

Directe geluiden

De DSP-functies biedt u de volgende functies:

Digital Acoustic Processor (DAP) functies—HALL1, HALL2,

LIVE CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATRE1, THEATRE2

MONO FILM—Wordt gebruikt voor alle soorten 2-kanaal signalen (inclusief het Dual Mono signaal)

Stereofunctie voor alle kanalen (ALL CH ST.)

De DSP indicator licht op het display op wanneer een van de DSP-functies wordt geactiveerd.

Digital Acoustic Processor (DAP) functies

U kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave met een akoestisch geluidsveld in uw huiskamer.

HALL1

Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een

 

grote, schoenendoos-vormige zaal die

 

voornamelijk voor klassieke concerten is

 

ontworpen. (Het aantal stoelen is ongeveer 2000).

 

 

HALL2

Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een grote

 

wijngaard-vormige zaal die voornamelijk voor

 

klassieke concerten is ontworpen. (Het aantal

 

stoelen is ongeveer 2000).

 

 

LIVE CLUB

Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een “live”

 

muziekclub met een laag plafond.

 

 

DANCE CLUB Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een swingende discotheque.

PAVILION Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een hal met een hoog plafond voor bijvoorbeeld tentoonstellingen.

THEATRE1 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een groot

theater met ongeveer 600 stoelen.

THEATRE2 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een klein theater met ongeveer 300 stoelen.

OPMERKING

Indien “THEATRE1” of “THEATRE2” wordt geactiveerd tijdens weergave van een 2-kanaal analoge of digitale bron, wordt de ingebouwde Dolby Pro Logic II decoder ingeschakeld en licht de

indicator op.

Bij gebruik van de DAP-functie wordt er geluid via alle aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven.

Indien “NO” voor de surroundluidsprekers is ingesteld (zie bladzijde 18), worden de signalen met het originele JVC 3D- PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt.

De 3D indicator licht op het display op.

MONO FILM

Voor een betere akoestisch geluidsveld in uw luisterruimte tijdens weergave van videosoftware met monogeluid (analoge en 2- kanaal digitale signalen, inclusief het Dual Mono signaal) kunt u deze functie gebruiken.

Er wordt met deze functie een surroundeffect toegevoegd en de geluidslokalisatie van bijvoorbeeld de acteurs/actrices wordt aanzienlijk verbeterd.

Deze functie kan niet voor multikanaal digitale signalen worden gebruikt.

Met “MONO FILM” geactiveerd wordt het geluid via alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers uitgestuurd.

Indien “NO” voor de surroundluidsprekers is ingesteld (zie bladzijde 18), worden de signalen met het originele JVC 3D- PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt.

De 3D indicator licht op het display op.

Indien de binnenkomende signalen van het 2-kanaal digitale signaal naar een ander digitaal signaalformaat veranderen, wordt “MONO FILM” uitgeschakeld en een passende surroundfunctie geactiveerd.

Stereofunctie voor alle kanalen (ALL CH ST.)

Deze functie kan een groter stereo-geluidsveld reproduceren met gebruik van alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers. Deze

functie kan echter niet worden gebruikt indien er geen surroundluidsprekers zijn aangesloten.

Geluid dat met normale

Geluid dat met All Channel

stereo wordt

Stereo wordt

gereproduceerd

gereproduceerd

3D HEADPHONE functie

Indien u een hoofdtelefoon aansluit terwijl een van de DSP- functies is geactiveerd, wordt ongeacht het type software dat u afspeelt de 3D HEADPHONE functie geactiveerd. “3DHEADPHONE” verschijnt op het display en de DSP, 3D en HP indicators lichten op.

Voor realistische geluidsvelden—RX-E5S/RX-E51B

33