Maak de instellingen voor de luidsprekers in de volgende gevallen
handmatig.
•Indien de receiver tweemaal achterelkaar het geluid als “SILENT” herkent.
De instelling wordt gemaakt. (De afstand en het uitgangsniveau van de luidsprekers waarvan het geluid niet werd herkend, worden op “+9.0m +2 (+30ft +2)” gesteld).
Smart Surround Setup wordt nu voor de receiver geannuleerd.
•Indien de receiver driemaal het geluid niet herkent.
“MANUAL” verschijnen op het display. Smart Surround Setup wordt nu voor de receiver geannuleerd.
Voor het annuleren van Smart Surround Setup, drukt u op SMART SURROUND SETUP terwijl “SETTING UP” op het display knippert.
•U kunt geen andere bedieningen uitvoeren nadat “SETTING UP” stopt te knipperen. U moet de procedure voor Smart Surround Setup voltooien.
Voor het controleren van de instellingen die door Smart
Surround Setup werden gemaakt, drukt u op SMART SURROUND SETUP wanneer de receiver in de normale bedieningsfunctie is geschakeld.
De ingestelde waarden verschijnen achtereenvolgend (zie bladzijde 16).
•“MANUAL” wordt getoond indien u na gebruik van Smart Surround Setup de instelling voor de luidsprekerafstand en/of het uitgangsniveau handmatig heeft veranderd.
•“NO S.S.S.” verschijnt indien u Smart Surround Setup niet heeft gebruikt.
OPMERKINGEN
•Nadat u Smart Surround Setup heeft uitgevoerd, worden de eventueel door u hiervoor ingestelde afstanden en uitgangsniveaus voor de luidsprekers gewist.
•Indien u de afstand en/of het uitgangsniveau voor een luidspreker verandert, worden de door Smart Surround Setup ingestelde afstand en uitgangsniveaus gewist en de handmatige instellingen geactiveerd.
•Smart Surround Setup wordt tevens geannuleerd indien u het formaat voor de midden- en/of surroundluidsprekers van “NO” naar “SML” of “LRG” of van “SML” of ”LRG” naar “NO” verandert (zie bladzijde 18).
•Indien u de door Smart Surround Setup gemaakte instellingen voor de luidsprekers wilt veranderen, moet u de afstand en het uitgangsniveau voor iedere luidspreker handmatig instellen (zie bladzijden 19 en 23).
•Klap niet overmatig hard in uw handen.
U kunt de volgende onderdelen instellen. Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
•Onderdelen die niet voor een instelling beschikbaar zijn kunnen niet worden gekozen.
Onderdeel | Aktie |
SUBWOOFER | Registreren van uw subwoofer. (18) |
|
|
FRONT SPK | Registreren van het formaat van uw |
| voorluidspreker. (18) |
|
|
CENTER SPK | Registreren van het formaat van uw |
| middenluidspreker. (18) |
|
|
SURRND SPK | Registreren van het formaat van uw |
| surroundluidspreker. (18) |
|
|
DIST UNIT | Kiezen van de meeteenheid voor de |
| luidsprekerafstand. (19) |
|
|
FRNT L DIST* | Voor het registeren van de afstand vanaf uw |
| luisterpositie tot de linkervoorluidspreker. (19) |
|
|
FRNT R DIST* | Voor het registeren van de afstand vanaf uw |
| luisterpositie tot de rechtervoorluidspreker. |
| (19) |
|
|
CENTER DIST* | Voor het registeren van de afstand vanaf uw |
| luisterpositie tot de middenluidspreker. (19) |
|
|
SURR L DIST* | Voor het registeren van de afstand vanaf uw |
| luisterpositie tot de linkersurroundluidspreker. |
| (19) |
|
|
SURR R DIST* | Voor het registeren van de afstand vanaf uw |
| luisterpositie tot de rechtervoorluidspreker. |
| (19) |
|
|
SUBWFR OUT | Kiezen van geluid voor weergave via de |
| subwoofer. (19) |
|
|
VIRTUAL SB | Voor het instellen van de virtuele |
| surroundachterluidspreker. (20) |
|
|
DUAL MONO | Kiezen van het “Dual Mono” geluidskanaal. |
| (20) |
|
|
CROSS OVER | Kiezen van de drempelfrequentie |
| voor de subwoofer. (19) |
|
|
LFE ATT | Verzwakken van de lage tonen |
| (LFE; lage |
|
|
MIDNIGHT M. | Voor het reproduceren van een krachtig |
| geluid ’s avond laat. (20) |
|
|
DIGITAL IN1 | Kiezen van het component dat met de digitale |
| coaxiale aansluiting is verbonden. (21) |
|
|
DIGITAL IN2 | Kiezen van de component dat met de digitale |
| optische aansluiting is verbonden. (21) |
|
|
AUTO SURRND | Voor het kiezen van de automatische |
| surroundfunctie. (21) |
|
|
AUTO MODE | Voor het kiezen van de automatisch functie. |
| (21) |
|
|
*Indien u Smart Surround Setup op bladzijde 16 heeft gebruikt, hoeft u deze instellingen niet te maken. Indien u een van deze instellingen handmatig verandert, worden de door Smart Surround Setup gemaakte instellingen voor de afstand en het uitgangsniveau voor de luidsprekers gewist en de handmatig door u gemaakte instellingen zijn vervolgens effectief.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
17