Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggen welke componenten met welke aansluitingen— DIGITAL IN1/2 (zie bladzijde 11) zijn verbonden zodat de juiste naam van de bron verschijnt wanneer u een digitale bron kiest.
Voor de DIGITAL IN 1(DVR/DVD) aansluiting:
EQ C.TONE | VIRTUAL SB AUDIO P. BASS | TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE | ||||||
LPCM | L | C | R |
| PL | ATT | ||
DOLBY D | S . WFR LFE | NEO : 6 | HP | |||||
DTS AAC |
|
|
|
|
| DSP 3D | MHz | |
LS | SB | RS | ||||||
96 / 24 | AUTO SR | kHz | ||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
DVR/DVD VIDEO VCR
TV (Terug naar het begin)
Voor de DIGITAL IN 2(VIDEO) aansluiting:
EQ C.TONE | VIRTUAL SB AUDIO P. BASS | TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE | ||||||
LPCM | L | C | R |
| PL | ATT | ||
DOLBY D | S . WFR LFE | NEO : 6 | HP | |||||
DTS AAC |
|
|
|
|
| DSP 3D | MHz | |
LS | SB | RS | ||||||
96 / 24 | AUTO SR | kHz | ||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
VIDEO* VCR* TV*
DVR/DVD* (Terug naar het begin)
* Het voor “DIGITAL IN1” gekozen apparaat wordt overgeslagen.
DVR/DVD Voor de
VIDEO Voor het apparaat dat met de VIDEO IN aansluitingen op het achterpaneel van de receiver is verbonden.
VCR Voor de videorecorder.
TV | Voor de TV. |
Fabrieksinstelling: DVR/DVD (voor “DIGITAL IN1”) VIDEO (voor “DIGITAL IN2”)
Instellen van Auto SurroundU kunt de
•Automatisch Surround werkt tevens wanneer de ingangsfunctie van analoog naar digitaal wordt veranderd.
•Zie bladzijden 31 tot 33 voor details aangaande de
Kies “AUTO SR: ON” voor het activeren van automatisch surround (Auto Surround).
AUTO SR: ON
De AUTO SR indicator licht op het display op.
•Indien een multikanaal signaal wordt ontvangen, wordt een passende Surroundfunctie geactiveerd.
•Indien Dolby Digital
•“SURRND OFF (stereo)” wordt gekozen indien een Dolby Digital
•Indien lineaire PCM signalen worden ontvangen, is er geen verandering.
AUTO SR:OFF
Kies deze stand indien u geen gebruik van Auto
Surround wilt maken.
Fabrieksinstelling: AUTO SR:OFF
OPMERKINGEN
•Deze functie werkt niet in de volgende gevallen:
–Tijdens weergave van een analoge bron,
–Indien een van de
–Tijdens weergave via de hoofdtelefoon.
•Auto Surround wordt tijdelijk geannuleerd voor de gekozen bron indien u met Auto Surround geactiveerd op SURROUND drukt. De Auto Surround instelling wordt in de volgende gevallen weer geactiveerd:
–Wanneer u het toestel uit- en weer inschakelt,
–Wanneer u van bron verandert,
–Wanneer u de analoge/digitale ingang verandert, en
–Indien u weer “AUTO SR: ON” kiest.
Instellen van de automatischeDe bron wordt automatisch gekozen door eenvoudigweg het gewenste videocomponent in te schakelen.
•Deze functie werkt voor de videocomponenten die middels de
De automatische functie werkt als volgt:
•Indien een videocomponent wordt ingeschakeld, kiest de receiver het videocomponent als bron (en wordt de
•Indien het videocomponent dat als bron is gekozen wordt uitgeschakeld, kiest de receiver weer de hiervoor gekozen
MODE: AUTO1 De automatische functie werkt wanneer de receiver is ingeschakeld of wanneer TV Direct wordt geactiveerd.
MODE: AUTO2 De automatische functie werkt wanneer de receiver is in- of uitgeschakeld of wanneer TV Direct wordt geactiveerd. (Indien een videocomponent wordt ingeschakeld terwijl de receiver is uitgeschakeld, wordt TV Direct geactiveerd en het videocomponent als bron gekozen).
MODE:MANUAL U moet de bron zelf handmatig kiezen.
Fabrieksinstelling: MODE:MANUAL
De AUTO MODE indicator licht op het display op wanneer “MODE: AUTO1” of “MODE: AUTO2” is gekozen.
OPMERKINGEN
•“MODE: AUTO1” of “MODE: AUTO2” werkt mogelijk niet voor het kiezen van VCR als bron indien u uitsluitend de videorecorder inschakelt. U moet in dat geval de weergave starten om de automatische functie te activeren.
•VIDEO wordt mogelijk door de automatische functie gekozen indien alle aangesloten videocomponenten zijn uitgeschakeld.
•Met de automatische functie op “MODE: AUTO2” gesteld, wordt TV Direct mogelijk geactiveerd indien er na een stroomonderbreking weer stroom wordt geleverd.
21