Regelen van het
Instellen van de lage tonen
Versterken van de lageU kunt het niveau van de lage tonen
•De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
B.BOOST ON Kies deze stand om het niveau van de lage tonen te versterken.
De BASS indicator licht op het display op.
B.BOOST OFF Kies deze stand wanneer u geen gebruik van Bass Boost wilt maken.
Fabrieksinstelling: B.BOOST OFF
OPMERKING
Deze functie heeft uitsluitend effect op het geluid dat via de voorluidsprekers wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening:
Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op BASS BOOST.
• Door iedere druk op BASS BOOST wordt de versterking van de lage tonen afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
OPMERKING
Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
Verzwakken van het
Het geluid wordt vervormd indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is. U moet in dat geval het niveau van het ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet langer wordt vervormd.
•De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
•U kunt deze instelling niet met de afstandsbediening maken.
ATT ON | Kies voor het verzwakken van het |
| ingangssignaalniveau. |
| De ATT indicator licht op het display op. |
|
|
ATT NORMAL | Kies indien u het signaal niet wilt verzwakken. |
|
|
Fabrieksinstelling: ATT NORMAL
U kunt de fase voor de subwoofer indien gewenst veranderen.
•De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
•Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden gemaakt.
PHASE NORM. Kies normaliter deze instelling.
PHASE REV. Kies indien de lage tonen met deze instelling beter klinken dan in vergelijking met “PHASE NORM.”.
Fabrieksinstelling: PHASE NORM.
OPMERKING
Deze functie heeft uitsluitend effect indien “SUBWOOFER” op “SUBWFR :YES” is gesteld (zie bladzijde 18).
Instellen van de egalisatiepatronen— D EQ 63Hz/250Hz/1kHz/4kHz/16kHzU kunt de egalisatiepatronen in vijf frequentiebanden instellen (middenfrequentie: 63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz) voor de voorluidsprekers.
•De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
Instebereik:
Fabrieksinstelling: 0 (dB) voor alle banden
•De EQ indicator licht op het display op wanneer u deze instelling maakt.
Voor een neutraal egalisatiepatroon, dient u alle
frequentiebanden op “0 (dB)” te stellen.
•De EQ indicator dooft van het display.
Met de afstandsbediening:
1 Druk herhaaldelijk op D.EQ FREQ om de gewenste in te stellen band te kiezen.
2 Druk op D.EQ LEVEL +/– om het egalisatiepatroon van de gekozen band in te stellen.
24