35
GB
D
F
I
NL E
PGRRUTR
7. Proefdraaien
Controle voordat u gaat proefdraaien
sNa de installatie, het aanbrengen van de pijpen en de bedrading voor de
binnenapparaten en de BC-bedieningseenheid, dient u nogmaals te con-
troleren dat er geen koelstof lekt en dat er geen speling zit in de voedings-
en de bedieningskabels.
sControleer met behulp van een weerstandsmeter van 500 V dat de isolatie-
weerstand tussen de aansluiting voor de voeding en de aarde meer dan
1,0 M bedraagt. Als deze minder is dan 1,0 M, dient u het apparaat niet
in werking te stellen.
Voorzichtig:
Meet nooit de isolatieweerstand van de aansluiting voor de bedieningskabels.
6. De adresseringen en in gebruik zijnde apparaten instellen
De fabriekinstelling van de adresschakelaar van elk van de BC-bedienings-
eenheden is 000. Controleer of dit werkelijk het geval is.
Stel de adresschakelaar in op 1 + het adres van het buitenapparaat.
sHet adres van de BC-bedieningseenheid dient normaal gesproken te
worden ingesteld op 1 + het adres van het buitenapparaat. Als dit er ech-