NL

Schermvak Vochtigheid / Dauw

1

2

3

4

5

6

1.Niveau Dauwpunt - temperatuur weergegeven

2.HI / LO alarmen vochtigheid en Dauwpunt zijn ingesteld

3.Comfortniveaus

4.Vochtigheidstrend

5.MAX / MIN vochtigheid

6.Vochtigheidsgegevens

WIND SENSOR

1

5

2

6

3

4

1.De Windmeter meet de windsnelheid

2.Windvaan

3.Batterijvak

4.RESET gat

5.Noord-indicator

6.Plastic hoes ter bescherming van de batterijen

REGENMETER

Basis en trechter

1.Regenmeter

2.Batterijvak

3.RESET knop

Kiepvat regenmeter

1

2

1.Trechter

2.Niveau-indicator

STARTEN

INSTELLEN WINDSENSOR

De windsensor meet 3 gegevens:

De windsnelheid en -richting

De buitentemperatuur (Alleen kanaal 1)

De relatieve buitenvochtigheid (Alleen kanaal 1)

De sensor wordt aangedreven door een batterij en kan draadloos gegevens verzenden naar een basisstation binnen een straal van ongeveer 100 meter (328 voet).

NB Voor het beste resultaat moet u zorgen dat de windvaan van de windsensor richting het noorden wijst, zodat de gegevens accuraat zijn. Plaats de sensor op een open plek, ongehinderd door bomen en andere obstructies.

Het opstellen van de windsensor op de stalen paal:

1.Zet de windvaan boven op de windsensor.

2.Gebruik de schroeven (Type B) om hem vast te draaien

3.Zet de windmeter boven op de windvaan.

4.Gebruik de schroeven (Type B) om hem vast te draaien

3 4

12

1

2

3

5.Houd de windsensor rechtop en draai de beschermhoes linksom om hem te openen.

4