NB Het nummer in het HR icoon geeft weer hoe lang geleden elke meting is genomen (b.v., 2 uur geleden, 3 uur geleden, etc.).

Om de meeteenheid voor de luchtdruk- of neerslaggegevens te kiezen:

Druk in het UV / Barometer / Neerslagvak op UNIT (onderaan het basisstation) om te kiezen tussen:

Voor barometer: Millimeters kwik (mmHg), inches kwik (inHg), millibars per hectopascal (mb / hpa).

Voor neerslag: Millimeters (mm), inches (in), inches per uur (in / hr) of millimeters per uur (mm / hr).

UV-INDEX

De UV-indexniveaus zijn als volgt:

UV-INDEX

GEVAARNIVEAU

ICOON

 

 

 

 

 

 

0-2

Laag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3-5

Matig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-7

Hoog

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8-10

Erg Hoog

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11 en hoger

Extreem Hoog

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om het hoge UV alarm te wijzigen:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en UVI- gegevensscherm. Houd ALARM ingedrukt om het hoge UV alarm in te stellen.

2.Draai de schijf naar links of rechts om de waarden in te stellen.

3.Druk op ALARM om de instellingen te bevestigen.

Om het hoge UV alarm te activeren / deactiveren:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en UVI- gegevensscherm, drukt u herhaaldelijk op ALARM om het gewenste alarm te kiezen.

2.Druk MEMORY / AAN/UIT om het alarm te activeren of te deactiveren.

BAROMETER

Om het barometeralarm te wijzigen:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en Barometergegevensscherm, houdt u ALARM ingedrukt om het Barometeralarm in te stellen.

2.Draai de schijf naar links of rechts om de waarden in te stellen.

3.Druk op ALARM om de instellingen te bevestigen.

Om het Barometeralarm te activeren / deactiveren:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en Barometergegevensscherm, drukt u herhaaldelijk op ALARM om het gewenste alarm te kiezen.

2.Druk MEMORY / AAN/UIT om het alarm te activeren of te deactiveren.

11

Om het hoogtecompensatieniveau voor de barometer in te stellen:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en Barometergegevensscherm. Houd MODE ingedrukt om de hoogte in te stellen.

2.Draai de schijf naar links of rechts om de waarden in te stellen.

3.Druk op MODE om de instelling te bevestigen.

NEERSLAG

Om de huidige, totale, of neerslag van de afgelopen

24 uur te bekijken:

In het UV / Barometer / Neerslagvak en Neerslagscherm, drukt u herhaaldelijk op MEMORY / AAN/UIT om te kiezen tussen huidige, afgelopen 24 uur, of totale neerslag. De kloklijn zal veranderen om de starttijd van

de totale neerslag weer te geven. Het

icoon

verschijnt en de startdatum wordt weergegeven.

 

Om te kiezen tussen weergave van neerslag en hevigheid:

In het UV / Barometer / Neerslagvak en Neerslagscherm, houdt u MODE ingedrukt.

Om de totale neerslag en het tijdstempel te resetten:

In het UV / Barometer / Neerslagvak en Neerslagscherm. Houd MEMORY / AAN/UIT ingedrukt om de totale neerslag terug te zetten op ‘0’ en het tijdstempel mee te geven van de huidige datum en tijd.

Om het hoge hevigheid neerslagalarm te wijzigen:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en Neerslagscherm, houdt u ALARM ingedrukt om het Neerslagalarm in te stellen.

2.Draai de schijf naar links of rechts om de waarden in te stellen.

3.Druk op ALARM om de instellingen te bevestigen.

Om het hoge hevigheid neerslagalarm te activeren / deactiveren:

1.In het UV / Barometer / Neerslagvak en Neerslagscherm, drukt u herhaaldelijk op ALARM om het gewenste alarm te kiezen.

2.Druk MEMORY / AAN/UIT om het alarm te activeren of te deactiveren.

WEERALARMEN

Weeralarmen kunnen u attenderen op bepaalde weersomstandigheden. Wanneer het geactiveerd is, zal het afgaan zodra aan bepaalde criteria wordt voldaan.

U kunt alarmen instellen voor:

• Binnen en buiten hoge/lage temperaturen, dauwpunt en hoog/lage vochtigheid

• Hoge Hitte-index

• Harde Windstoot

• Lage windkoelte

NL