De hoofdtelefoonuitgang4
Voor het solitair genieten hebben wij de RA-04 uitgerust met een hoofdtelefoonaansluiting (“PHONES”) voor hoofdtelefoons met een 6 mm plug. Bezit u er een met een 3.5 mm plug, dan heeft u een verloopsnoertje nodig. Uw leverancier heeft er vast een. Plugt u een hoofdtelefoon in, dan worden de luidsprekers NIET automatisch uitgeschakeld. Gebruikt u daar de luidsprekerkeuzeschakelaar voor. Wat u te horen krijgt door de hoofdtelefoon wordt bepaald door de luisterkeuzeschakelaar (“FUNCTION”) en/of de tape-afluisterschake- laar (“MONITOR”). Wenst u naar de bron te luisteren die aangesloten is op de tape-ingang dan zet u de tape-afluisterschakelaar op “TAPE”. In alle andere gevallen laat u deze schakelaar op “SOURCE” staan en kiest u de bron met de luisterkeuzeschakelaar “FUNC- TION” of met de betreffende toetsen op de afstandsbediening.
Extra informatie: Omdat de gevoelig- heid van luidsprekers en hoofdtelefoons nogal wat kan verschillen, adviseren wij u bij het inschakelen van een hoofdtelefoon het volume terug te draaien.
De extra weergave- ingang “Media Player” 5
De RA-04 is op de voorkant voorzien van een extra stereo lijningang uitgevoerd in een mini-jackplugaansluiting. U kunt deze ingang gebruiken om b.v. een draagbaar weergave- medium op aan te sluiten, zoals een i-pod. Deze ingang wordt geactiveerd door de ingangskeuzeschakelaar (12) op “AUX 2” te zetten. Wordt de betreffende speler aangesloten via zijn hoofdtelefoonuitgang, dan moet zijn geluidssterkteregeling wel eerst correct worden ingesteld. Klinkt het geluid sterk vervormd, draai dan de volumeregelaar wat terug tot de vervorming verdwijnt. Is de geluidssterkte veel te zacht ondanks dat de volumeregelaar van de versterker redelijk is opgedraaid, draai dan het volume van de speler wat op
Extra informatie: Wanneer u een 3.5 mm mini-jackplug in de “Media Player” ingang steekt wordt automatisch de ingang “AUX 2” op de achterkant uitgeschakeld. Zodra u de plug er weer uithaalt, wordt ingang “AUX 2” weer actief.
De bedieningsorganen
De volumeregelaar 0
Deze regelaar regelt het volume van beide kanalen tegelijk: rechtsom vermeerdert en linksom vermindert het volume.
De balansregeling -
Met de “BALANCE” regelaar kunt u de relatieve luidheid van de kanalen instellen. Rechtsom draaien doet het stereobeeld naar rechts ver- huizen en linksom naar links. Is alles bij u ok en staat het stereobeeld goed gepositioneerd tussen de luidsprekers, dan staat deze regelaar in het midden.
De toonregeling aan/uit schakelaar “TONE” 9
Om een zo puur mogelijke weergave mogelijk te maken hebben we de toonregeling uitschake- lbaar gemaakt. Wanneer deze schakelaar op “OFF” staat is dat het geval. Laat de schakelaar zo staan als u geen toonregeling gebruikt. Zet deze schakelaar op “ON” wanneer u de toonbalans wenst te beïnvloeden d.m.v. één van de toonregelaars.
De lage- en hogetonenregeling 78
Wanneer u de aan/uit schakelaar van de toonregeling op “ON” heeft staat kunt u d.m.v. de lage-en hogetonenregelaars de toonbalans beïnvloeden. Naar rechts draaien vanuit de middenstand vermeerdert het lage- of hoge- tonen aandeel, naar links draaien vermindert het lage of hoge tonen aandeel.
Een goed samengestelde hifi installatie klinkt meestal het best zonder ingrijpen middels de toonregeling. Gebruik deze dan ook met mate. Wees vooral voorzichtig met het rechtsom draaien u kunt daarmee uw versterker en luidsprekers danig van streek maken!
De luisterkeuzeschakelaar “funtion” q
Met de ingangskeuzeschakelaar kiest u de bron waarnaar u wenst te luisteren. De bron middels deze schakelaar gekozen is de bron die u hoort, echter alleen als de “TAPE” schakelaar
-op “SOURCE” staat (zie ook het volgende onderwerp). Het signaal van de bron die u met
deze schakelaar kiest staat ook de uitgangen “PRE OUT” t en “TAPE OUT” r. Zet dus de ingangskeuzeschakelaar op de bron naar welke u wenst te luisteren.
Monitor control =
Wanneer de monitor control schakelaar zich in de Source positie bevindt, bepaalt de stand van de funtion schakelaar naar welke bron u luistert, en welk signaal er op de “pre out” uitgang aangeboden wordt. Wenst u naar het apparaat te luisteren wat aangesloten is op de tape aansluiting, dan moet de monitor control schakelaar zich in de tape positie bevinden, dit signaal zal dan tevens op de “pre out” uitgang staan.
Het beveiligingscircuit 3
In de RA-04 hebben we zowel een thermisch- als een stroombeveigingscircuit ingebouwd die de versterker moeten vrijwaren tegen schade door extreme omstandigheden en/of foute bediening. Deze circuits bevinden zich geheel buiten de signaalweg en oefenen dus geen enkele invloed uit op de geluidsprestaties. In tegendeel zelfs, de circuits houden alleen maar de temperatuur van de uitgangstransistoren nauwlettend in de gaten en zetten de versterker uit wanneer de warmte boven een bepaalde waarde uitkomt.
Hoogstwaarschijnlijkzultudeze beveiligingscircuits nooit in werking zien treden, maar mocht er een dergelijke situatie zich voordoen, dan stopt de versterker met spelen en het lampje op de voorkant zal oplichten.
Als dat gebeurt, zet dan de versterker voor een paar minuten uit om hem af te laten koelen en probeer er vervolgens achter te komen wat de reden van het in werking treden van de beveiliging is geweest. Als u nu de versterker weer aanzet zal de alarmsituatie automatisch worden opgeheven en het lampje op de voorkant zal uit zijn.
Meestal worden beveiligingscircuits geactiveerd door foute bedrijfsomstandigheden zoals sluiting in luidsprekerbedrading of onvoldoende ventilatie van de eindtrappen. Heel zelden is een hoge inductie of een extreem lage impedantie daarvan de oorzaak.
Gebeurt het vaak dat het beveiligingscircuit wordt geactiveerd en bent u niet instaat de oorzaak te lokaliseren en te corrigeren, neem dan contact op met uw Rotel leverancier.