Aan de slag
▌Stap 4 : Afspelen
U kunt de titel die u wilt afspelen, selecteren in een weergegeven menu en vervolgens direct afspelen. Een DVD bestaat uit secties die titels genoemd worden, en subsecties die hoofdstukken genoemd worden. Tijdens het opnemen wordt er een titel gemaakt tussen twee punten: daar waar u begint met opnemen en daar waar u eindigt. Hoofdstukken worden automatisch gemaakt wanneer u de opname op
U kunt uw eigen hoofdstukken maken op DVD+RW's en ze bewerken via het menu Hoofdstuk bewerken. De lengte van het hoofdstuk (interval tussen hoofdstukken) hangt af van de opnamemodus.
▌Stap 5 : Een opgenomen schijf bewerken
Een opgenomen schijf bewerken Het is eenvoudiger beeldmateriaal op schijven te bewerken dan op conventionele videobanden. De recorder ondersteunt veel verschillende bewerkingsfuncties, die alleen mogelijk zijn met DVD’s.
Met een eenvoudig bewerkingsmenu kunt u diverse bewerkingsfuncties op een opgenomen titel uitvoeren, zoals verwijderen, kopiëren, hernoemen, vergrendelen.
Een afspeellijst maken
Stap 6 : Sluiten en op andere DVD- onderdelen afspelen
Wanneer u de DVD op andere
Een
Hoewel het over het algemeen niet nodig is de schijf te sluiten om deze op een onderdeel af te spelen dat compatibel is met de
Een
De schijf moet eerst worden gesloten om op iets anders dan op deze recorder te kunnen worden afgespeeld. Als u de schijf hebt gesloten, kunt u deze niet meer bewerken of iets erop opnemen.
Een
De schijf moet eerst worden gesloten om deze op een ander onderdeel dan op deze recorder te kunnen afspelen. Als de schijf is gesloten, kan deze niet meer worden bewerkt of iets erop worden opgenomen.
■ U kunt schijven automatisch met de EZ REC MODE afsluiten. (zie pagina 43)
Uitpakken
▌Accessoires
Controleer of de onderstaande accessoires zijn meegeleverd:
Audio- en videokabel |
Afstandsbediening | Batterijen voor de |
| afstandsbediening |
|
GebruiksaanwijzingSnelgids
▌De afstandsbediening voorbereiden
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
•Open het batterijklepje aan de achterkant van de afstandsbediening.
•Plaats twee AAA batterijen. Let bij het plaatsen op de juiste polariteit
•Schuif het batterijklepje weer op de afstandsbediening.
Als de afstandsbediening niet correct werkt:
•Controleer de polariteit (+/- ) van de batterijen (droge cellen)
•Controleer of de batterijen leeg zijn.
•Controleer of de sensor van de afstandsbediening niet door voorwerpen wordt geblokkeerd.
•Controleer of er
Gooi de batterijen weg volgens de richtlijnen die in uw gemeente gelden. Gooi ze niet bij het huishoudelijk afval.
Nederlands - 10