12
Technische kenmerken

Voorinstel- en gebruikersmodes

Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt het
automatisch afgestemd op één van de tien voorinstelmodes die zijn
opgeslagen in het monitorgeheugen om een beeld van hoge
kwaliteit in het midden van het scherm te bekomen.
(Een lijst van
voorinstelmodes vindt u in Appendix.)
Bij ingangssignalen die
niet overeenstemmen met één van de voorinstelmodes, zorgt de
digitale Multiscan-technologie van deze monitor ervoor dat er een
helder beeld verschijnt binnen het hele frequentiebereik van de
monitor (horizontaal: 30 – 70 kHz, verticaal: 30 – 70 Hz). Als het
beeld wordt bijgeregeld, worden de regelingen opgeslagen als
gebruikersmode en automatisch opgeroepen wanneer eenzelfde
ingangssignaal wordt ontvangen.

Opmerking voor Windows gebruikers

Windows-gebruikers dienen de handleiding van hun videokaart
of het functieprogramma van de videokaart te controleren en de
hoogst mogelijke refresh rate te selecteren om de monitor
optimaal te laten presteren.

Stroomspaarfunctie

Deze monitor beantwoordt aan de stroomspaarnormen van
VESA, ENERGY STAR en NUTEK. Wanneer de monitor geen
signaal ontvangt van de aangesloten computer, verlaagt deze
monitor automatisch het stroomverbruik zoals hieronder
afgebeeld.
* Wanneer uw computer in de “active off” stand staat, wordt het
ingangssignaal onderbroken en verschijnt NO INPUT SIGNAL op
het scherm. Na 20 seconden schakelt de monitor dan over naar de
stroomspaarstand.
Storingzoeken
Raadpleeg dit hoofdstuk alvorens de hulp van een technicus in te
roepen voor de oplossing van een probleem.

Als dunne lijnen verschijnen op het

scherm (demperdraden)

De lijnen die u op uw scherm ziet, vooral bij een lichte
achtergrondkleur (meestal wit), zijn normaal voor de Trin itron
monitor en duiden niet op een storing. Dit zijn d e sc hadu we n va n
de dempingsdraden die gebruikt worden om het apertuurrooster te
stabiliseren. Het apertuurrooster is het fundamentele element dat
een Trinitron beeldbuis onderscheidt van alle anderen, do ordat er
meer licht bij het scherm kan komen, hetgeen resulteert in een
contrastrijker, meer gedetailleerd beeld.

Schermberichten

Als er geen beeld verschijnt op het scherm, verschijnt één van d e
volgende berichten op het scherm. Om het probleem op te loss en,
zie “Storingen en oplossingen” op pagina 13.
Toestand
BUITEN SCAN BEREIK
geeft aan dat de monitor het ingangssignaal niet kan
verwerken.
GEEN INPUT SIGNAAL
geeft aan dat er geen signaal naar de monitor wordt gevoerd.
Werkingsstand Stroomverbruik ! (aan/uit)
indicator
normale werking 115 W groen
active off* 3 W oranje
uit 0 W uit
Demperdraden
INFORMATIE
BUITEN SCAN BEREI K
Ingangssignaal